Wetenschappers onderzoeken permafrost rond pool

Internationale wetenschappers hebben in Groningen afspraken gemaakt over gecoördineerd onderzoek naar erosie van de poolkusten. Zij willen vooral meer weten over de aanwezigheid van permafrost, de altijd bevroren onderlaag.

Dat heeft de Canadese natuurkundige Nicole Couture van de McGill Universiteit in Montreal donderdag gezegd. Zij is een van de dertig wetenschappers uit landen als Canada, de VS, Rusland, Nederland, Duitsland en Spitsbergen die in het Arctisch Centrum van de Universiteit van Groningen bijeenkwamen.

Juist permafrost geeft stabiliteit aan de kust en de bodem eronder. Door de opwarming van de aarde worden ook deze bevroren lagen aangetast. De wetenschappers gaan onderzoeken hoeveel en hoe snel permafrost verdwijnt. Ook gaan ze na in hoeverre dat van invloed is op erosie van de kustlijn in arctische gebieden. Het verdwijnen van permafrost heeft ook effect op de vegetatie en het zeeleven.

Juist het poolgebied is het meest gevoelig voor temperatuursveranderingen. Niet alleen veroorzaakt de opwarming een stijging van de zeespiegel, ze zorgt ook voor bijvoorbeeld meer stormen en regenbuien.

Het is de bedoeling dat de observatieposten langs de arctische kustlijn, in bijvoorbeeld Canada, Siberië en Spitsbergen, eenduidig gaan meten en vergelijkbare methoden van onderzoek hanteren.

Volgens Couture kosten de onderzoeken de komende jaren miljoenen euro's. Het benodigde geld moet onder andere komen van landen die de invloed merken van de temperatuursveranderingen. Zij hoopt dat fondsen beschikbaar komen in het Internationale Pooljaar, dat volgend jaar op 1 maart begint. Tijdens zo'n jaar maken landen onderling afspraken om het wetenschappelijk onderzoek in de pooolstreken te organiseren.

Het is voor de vierde keer sinds 1873 dat er een dergelijk Pooljaar plaatsvindt. Dit initiatief van de Internationale Meteorologische Organisatie leidde toen onder andere tot het opzetten van meetstations in het poolgebied. De weerkundigen van het KNMI in De Bilt waren indertijd al nauw betrokken bij de inrichting van drie stations in het zuidpoolgebied en acht in het noordpoolgebied. Er waren ook Pooljaren in 1932 en 1957. ANP