Westerbroekstermadepolder
Gelegen langs Het Drentse Diep en het Foxholstermeer met z'n konik-paarden en Schotse Hooglanders èn natuurlijk z'n vogelkijkhut "De Kiekhörn". Sinds 18 december 1992 is de Stichting in het bezit van de gehele Westerbroekstermadepolder. Deze polder van 195 hectare is gelegen aan de zuidzijde van de spoorlijn Groningen - Hoogezand tussen Waterhuizen en Foxhol.
Men vindt er drie grondsoorten. Langs het Drentse Diep is dicht onder de bouwvoor een enkele centimeters dikke zeekleilaag aangetroffen. Aan de zuid-zuidoostzijde is het veen meer dan 2 meter diep, maar in het midden van de polder komt de zandondergrond uit het veen omhoog en vormt een langgerekte rug. Mede door het voorkomen van meerdere grondsoorten werd er tot voor enige jaren terug ook maïs, aardappelen en graan verbouwd.
Een gedichte Hunze-meander is opnieuw uitgegraven en met het vrijgekomen kleiachtige materiaal is de dijk rondom de polder verhoogt en verstevigd. Verder heeft men voor dat doel op meerdere plaatsen de bovengrond afgegraven. Op die plaatsen blijft permanent voldoende open water ten behoeve van de watervogels.
Het beheer van de boeren is overgenomen door een extensieve jaarrondbegrazing met grazers, zoals Schotse Hooglanders en Konik-paarden. De Westerbroekstermadepolder is een fantastisch natuurgebied, aantrekkelijk voor wandelaars, die er met volle teugen van kunnen genieten.
Over de Westerbroekstermaderpolder
De naam van het gebied is ontleend aan de vroegere functie. De percelen die het dichtst langs de rivier lagen en onder invloed van overstromingen stonden, waren ongeschikt voor akkerbouw. Ze werden dan ook vaak gebruikt als hooiland of voor naweide. De percelen werden maden, meeden of wel mieden genoemd. Dit waren dus de maden van Westerbroek, deze zijn later ingepolderd.
Ontstaan
Toen het ijs zich terugtrok na de voorlaatste ijstijd, circa 100.000 jaar geleden, werd door smeltwater het brede en diepe stroomdal van de Hunze (nu Drents Diep) gevormd. Dit dal werd later weer grotendeels opgevuld. Na deze periode stegen zowel het grondwaterpeil als de zeespiegel en kon de invloed van de zee zich tot voorbij Emmen uitbreiden. Later volgden nog diverse perioden van klimaatveranderingen waarin afwisselend zand, veen en klei werden afgezet. Vóór de middeleeuwen stond de sterk kronkelende Hunze rechtstreeks in verbinding met de zee via het Reitdiep. Met behulp van luchtfoto's en oude topografische kaarten heeft men diverse meanders kunnen terugvinden. Eén hiervan is uitgegraven en bleek gevuld te zijn met zeeklei. Men vermoedt dat deze klei door overstromingen op deze plaats is terechtgekomen. In de klei trof men turven, kogelpotscherven (waarschijnlijk uit de 12e/13e eeuw), houten voorwerpen met pengatverbinding en botmateriaal van een hert en een schaap (vermoedelijk uit de 10e eeuw) aan. In 1877 werd het Reitdiep bij Zoutkamp afgesloten, waardoor invloeden van de zee niet langer doordrongen tot in de Hunze.
Beheer
Sinds december 1992 voert de Stichting het Groninger Landschap het beheer over de polder. De Stichting streeft naar een natte weidevogelpolder met een relatief open karakter, waarbinnen sprake is van plas-dras situaties. Tevens worden gunstige omstandigheden geschapen voor watervogels, steltlopers en weidevogels en wordt waardevolle sloot- en oevervegetatie ontwikkeld, onder andere door het waterpeil geleidelijk aan te verhogen. De hele polder wordt door konik-paarden en Schotse hooglanders begraasd. Een zoogdier dat we hier in het Foxholstermeer tegenkomen is de muskusrat of bisamrat. Dit is de grootste woelmuissoort van Europa, die vanwege het smakelijke vlees ook wel 'waterkonijn' wordt genoemd. In het voorjaar vinden we vlak bij de dijk vaak paaiende karpers.
Kropswolder Buitenpolder
De Kropswolder Buitenpolder bevindt zich tussen de Energieweg, de Woldweg, het Meerwijckbos en het Foxholstermeer. Het gebied beslaat 297 ha. Het grootste deel ervan bestaat uit vlakke veengrond, langs het Drents Diep met een kleiïge bovengrond, wat herinnert aan de vroegere invloed van de zee. Het gebied vertoont enig reliëf, met wat omhoogstekende zand- en moerige gronden.
Ook is er een slibdepot van de AVEBE. De Stichting Het Groninger Landschap is bezig met dit gebied zich te laten ontwikkelen tot een laagveenmoeras, met open water, rietmoeras, natte graslanden en bossages. De laagste gedeelten komen permanent onder water te staan, onder andere door de bouwvoor met gemineraliseerde grond te verwijderen. Dit diepere water biedt plaats aan bepaalde watervogels en aan overwinterende vissen. Daarnaast zijn er grotere gedeelten met ondiep water en enige geïsoleerde laagten. Men streeft voor dit gebied naar een natuurlijke peildynamiek, waarbij de waterstanden in de winter flink wat hoger liggen dan ´s zomers. Het gebied kan ook een functie hebben bij het verwerken van wateroverlast, als calamiteitenpolder. De hogere delen die droog blijven vormen een winterfoerageergebied voor het vee, dat vanuit de Westerbroekstermadepolder vrijelijk hierheen kan trekken.