Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Werkende wormen

  •  
23-04-2013
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
318 keer bekeken
  •  
Regenwormen zijn de belangrijkste natuurlijke bodemverbeteraars. In het Amsterdamse Vondelpark wordt 30 kilo wormen uitgezet om de bodem losser en vruchtbaarder te maken. Deze wroetende glibberraars hebben verrassend veel bijzondere eigenschappen.
Bodemverbeteraars
Wormen verbeteren de bodemstructuur doordat ze gangen maken die zorgen voor meer lucht en een betere afwatering. Andere beestjes en wortels van planten maken ook gebruik van deze gangen, waardoor ze beter groeien. Daarnaast eten regenwormen plantenresten op en poepen die als humus weer uit. Door deze afbraak van organisch materiaal komen voedingsstoffen los in de bodem terecht, waar ze weer kunnen worden gebruikt door andere organismen.
Op plaatsen waar veel renovatiewerk met zware machines is gedaan (zoals de afgelopen jaren in het Amsterdamse Vondelpark), kan de grond dicht op elkaar zijn gepakt. Regenwormen maken de grond weer beter geschikt voor planten en bomen om te groeien.
 
Er komen in Nederland 22 soorten regenwormen voor, die zijn opgedeeld in 3 ecologische groepen:
- strooiseleters: ook wel compostwormen genoemd. Deze leven in de bovenste laag van de bodem.
- minerale grondeters: leven net onder de bovenste laag en maken horizontale gangen. Ze hebben een roze/rood/paarse of zelfs groene kleur.
- pendelaars: maken verticale gangen tot 3 meter diep en komen naar het oppervlak om hun eten de grond in te trekken of om te poepen. Deze poephoopjes kun je vaak in het gras vinden.
 
Tien harten
De gewone regenworm (Lumbricus terrestris) behoort tot de pendelaars en kan 30cm lang worden. Hij is opgedeeld in 110 tot 180 segmenten, waar de spijsverteringskolom, de aderen, de zenuwstreng en het ‘nefridium’ (een soort nier) dwars doorheen lopen. Hoe ouder de worm, des te meer segmenten. Nieuwe segmenten ontstaan in een speciale groeizone vlakbij het uiteinde van de worm. Vooraan, achter de kop, na ongeveer het dertigste segment, zit een verdikking: het zadel. Dit produceert slijm dat een cocon voor het eitje vormt. Hiernaast zitten het mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorgaan die dit eitje produceren. Een worm is dus tweeslachtig. De kop bestaat uit een mond met een soort lip waarmee voedsel kan worden vastgegrepen.
 
Alle soorten wormen hebben vijf paar harten, dus tien in totaal. Het zijn niet meer dan verdikkingen in de aderen die het bloed rondpompen. Via de huid ademt een worm en neemt hij water op. Als hij te lang in een droge omgeving is, droogt een worm uit.
 
Doormidden hakken
Veel mensen denken dat een worm zich simpelweg verdubbelt en doorgroeit als je er tijdens het spitten per ongeluk eentje doormidden hakt. Helaas: wormen hebben een groot herstellingsvermogen, maar meestal gaan ze na zo’n ongeluk dood. Alleen als het afgesneden deel niet te groot is, de omstandigheden gunstig zijn (vochtig en niet te koud) en het aan de kant van de staart is (zodat het zadel onbeschadigd is), dán kan de worm zich volledig herstellen.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.