Wereld natuur fonds:'De Europese unie zet de toekomst van kabeljauw op het spel'

"De Europese ministers van Landbouw en Visserij zetten de toekomst van kabeljauw spel.’’ Dat zegt het Wereld Natuur Fonds in reactie op de vaststelling van de visquota voor 2008 door de Europese Commissie voor de Visserij in de nacht van dinsdag 18 op woensdag 19 december 2007.

Voor het eerst sinds 2002, stemden de Europese ministers van Landbouw en Visserij in met een verhoging van de vangstquota voor kabeljauw in de Noordzee met 11 procent (22.000 ton). Deze instemming is gebaseerd op de tendens waarbij sinds kort meer jonge kabeljauw in de Noordzee wordt gesignaleerd. De ministers weigerden echter om maatregelen verplicht te stellen die moeten garanderen dat deze jonge kabeljauw zich kan voortplanten. "Door een voorschot te nemen op deze eerste tekenen van herstel, ondermijnen de Europese ministers de toekomst van de kabeljauwstand in de Noordzee,’’ vindt Carel Drijver, hoofd Oceanen en Kusten van het Wereld Natuur Fonds.

Afspraken om bijvangst te voorkomen en om bepaalde gebieden te ontzien zodat de kabeljauwpopulatie in de Noordzee zich daadwerkelijk kan herstellen, zijn gebaseerd op vrijwillige medewerking van de visserijsector.
Het WNF vindt dat de politiek haar verantwoordelijkheid voor een evenwichtige visstand ontloopt. "Door de maatregelen om bijvangst te voorkomen niet-bindend te verklaren, is het door de moordende concurrentie in de visserijsector voor goedwillende vissers nauwelijks mogelijk om op een duurzame manier volgens de criteria van het MSC-keurmerk te vissen. Dat is slecht voor de natuur, slecht voor de consument en slecht voor de volgende generatie vissers,’’ zegt Drijver.

Ook de vermindering van het aantal dagen dat vissers op zee door mogen brengen, stel het WNF teleur. Momenteel brengen vissers veel meer dagen door op zee dan nodig om hun huidige vangstquota te halen. Ondanks het advies van de Europese Unie om dit aantal dagen met 25 procent terug te brengen, konden de verschillende lidstaten het slechts eens geworden over een reductie van 10 procent.

Het besluit om de quota voor andere kabeljauwpopulaties –zoals in de Ierse Zee, ten westen van Schotland en het Kattegat- te verminderen met een schamele 8-18 procent noemt het WNF bedroevend. Zeker omdat wetenschappers hadden geadviseerd hier helemaal niet te vissen op deze bestanden.

De Europese ministers van Landbouw en Visserij stelden verbod in op destructieve vismethoden, zoals het gebruik van bodemsleepnetten, in de wateren ten westen van Ierland waar het kwetsbare koudwaterkoraal leeft. Dit gebied valt onder Natura 2000-wetgeving. Volgens Natura 2000 moeten Europese lidstaten hun ecologisch waardevolle natuurgebieden en soorten beschermen. De Ierse koudwaterkoraal-zone is het eerste gebied waar onder het Gemeenschappelijk Visserijbeleid maatregelen zijn genomen. Het WNF noemt dit een positieve stap voorwaarts in de bescherming van deze tere ecosystemen.

Daar staat tegenover dat de overeenkomst veel zwakker is dan het oorspronkelijke voorstel van de Ierse regering om het gebied volledig af te sluiten voor de visserij. Vissen in deze koude, donkere diepzee planten zich veel langzamer voort en er is nog geen beheerplan voor. Omdat een aantal landen, zoals Frankrijk en Spanje, in deze wateren vist, hebben zij een ambitieuzer plan tegen weten te houden. Pelagische visserij waarbij de zeebedding niet wordt geraakt is nu wel toegestaan via een systeem van vergunningen. Het WNF betreurt dat een totale sluiting van de gebieden werd tegengewerkt door enkele lidstaten.

Bron: WNF