Het aantal weidevogels in Nederland is wederom gedaald. Onder meer de grutto's en kieviten zijn minder en minder te zien in de natte regio's. Met de knobbelzwaan en de grauwe gans gaat het wel goed. Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd onderzoek van Wetlands International.
Volgens Simon Delany van de stichting is de situatie in Nederland zorgelijk, zij het niet zo erg als in andere delen van de wereld. Wetlands International ziet dat de weidevogels gestaag in aantal afnemen zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor is. ,,Als je niet weet waar het aan ligt, kun je het niet oplossen'', aldus Delany.
Mogelijk ligt het aan de hoeveelheid voedsel die voor de vogels beschikbaar is. Zo sterven veel insecten, het menu van veel weidevogels, door het gebruik van pesticiden. De ganzen en zwanen komen vooral naar Nederland voor het groene gras. Dat is juist weer aantrekkelijk door al de pesticiden. Daarnaast laten mensen ganzen en zwanen met rust en worden de dieren veel gevoerd.
Wereldwijd is het aantal watervogels achteruit gegaan. De laatste telling van Wetlands international was in 2002. In vergelijking daarmee is de populatie van 44 procent van de getelde soorten in aantal afgenomen, 34 procent is stabiel en 17 procent neemt toe.
In Azië is de terugloop van het aantal watervogels het ergst. Daar verdwijnen aan de lopende band natuurgebieden, waardoor de vogels nergens meer terecht kunnen.