© Dirk Hilbers, Crossbill Guides
'Nederlandse natuur is leuk, maar voor het echte werk moet je naar het buitenland.' Dat hoor je nog veel te vaak, vindt natuurreisgidsen-schrijver Dirk Hilbers van Crossbill Guides. Volgens hem heeft Nederland juist enorm veel te bieden. Hij neemt ons in de radioserie 'Frisse blik' mee naar een aantal unieke Nederlandse gebieden, bijvoorbeeld de Weerribben-Wieden. Daar bekijken we de natuur, het landschap en de geschiedenis vanuit het perspectief van een buitenlandse toerist. Want juist wanneer je een stapje terug doet, zie je hoe bijzonder en het-beschermen-waard onze landschappen en natuurgebieden zijn.
We starten in het grootste aaneengesloten laagveengebied van West-Europa: de Weerribben-Wieden. Een gebied met een ongekende biodiversiteit, geroemd om zijn bijzondere libellensoorten. Daarnaast is het samen met de aangrenzende Rottige Meente de enige plek ter wereld waar de ondersoort Lycaena dispar batava van de grote vuurvlinder voorkomt!
Voor de purperreiger zijn de Weerribben-Wieden een belangrijk broedgebied
© Dirk Hilbers, Crossbill Guides
De geschiedenis van het gebied is nauw verbonden met de mens. Vanaf de middeleeuwen werd er namelijk turf gewonnen. De plekken waar dit werd weggehaald werden ‘petgaten’ genoemd. De turf werd te drogen gelegd op aangrenzende onontgonnen en drogere stroken, de ‘legakkers’. "Deze manier van ontginning, met petgaten en legakkers, vind je vrijwel uitsluitend in Nederland", weet Hilbers.
Vervolgens werd het turf via vaarten het gebied uit gebracht. Veelal naar het westen, om opgestookt te worden. "Dit was geen houdbaar systeem. Stormen sloegen vooral in het zuidelijke deel grote stukken legakkers weg, waardoor hele dorpen verdwenen. Natuur en cultuur stortte in."
Dirk Hilbers, natuur-reisgidsenschrijver voor Crossbill Guides
© Gert Elbertsen
Na de ineenstorting werd het gebied grotendeels verlaten en herstelde het (deels) tot laagveengebied. Een nieuwe vorm van landgebruik ontstond, met rietsnijden, hooien en het oogsten van de drijfplant krabbenscheer, als bemesting voor akkers. "Op den duur ontstond het idee om het hele gebied in te polderen en er landbouwgebied van te maken."
Dit is omwille van ecologische, maar vooral ook economische redenen niet gebeurd. De toeristen kwamen en leverden meer op dan aardappelvelden. "Is dit een win-win situatie? Heeft de natuur eindelijk intrinsieke waarde?", vraagt Dirk zich af, "Of is het een nieuwe grondstof die een beetje toonbaar moet blijven om de kassa te laten rinkelen?"
Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.