Water in Nederland grote uitzondering in Europa
• 06-04-2007
• leestijd 2 minuten
Uit een Europese rapportage over de invoering van de Kaderrichtlijn Water blijkt dat het waterbeheer in Nederland een grote uitzondering binnen Europa is. Van het Nederlandse water is 95 % aangemerkt als ‘kunstmatig aangelegd’ of ‘sterk veranderd’. In tegenstelling tot andere landen, waar het overgrote deel is aangemerkt als natuurlijk water. Nederland bungelt ook onderaan de lijst als het gaat om het halen van de kwaliteitseisen: slechts 2% van de Nederlandse wateren zal met zekerheid in 2015 aan de Europese eisen voldoen.
Afwijkende positie van Nederland
Op de European Water Conference van eind maart heeft de Europese Commissie de watergegevens van alle landen in kaart gebracht. Het gaat om 110 rivieren met totaal 70.000 waterlichamen. Nederland neemt op de kaarten een opvallend afwijkende positie in. Alle landen hebben een veel groter percentage natuurlijk water gerapporteerd. België, Slowakije en Tsjechië hebben ook veel kunstmatig water, maar niet meer dan 50%. Ierland en Letland zelfs maar 2%.
Bij het behalen van de Europese kwaliteitsnormen geeft Nederland aan dat 98% van de wateren het risico loopt niet aan de eisen te voldoen in 2015. Ook andere landen zeggen voor meer dan de helft van de wateren mogelijk niet te zullen voldoen aan de norm, maar nergens is het percentage zo hoog als in Nederland. Voor heel Europa geldt dat 40% van de waterlichamen ‘at risk’ is, 30% ‘not at risk’ en van 30% is de informatie onvoldoende.
Niet verrassend
Uit de reactie van de DG Water blijkt dat Nederland deze resultaten niet verrassend vindt: “De kaarten laten goed zien dat Nederland een bijzondere positie inneemt. Nederland is laaggelegen, deels onder de zeespiegel en ligt aan de monding van vier grote rivieren.” Het ministerie van V&W beschouwt de resultaten als een eerste vingeroefening en wijst erop dat pas in 2009 definitieve plannen moeten worden ingediend. Dan kan het allemaal nog wat veranderen.
Haalbaar en betaalbaar
De Europese vergelijking wijst echter uit dat Nederland wel degelijk aan de heel voorzichtige, niet ambitieuze kant is gaan zitten met het waterbeheer. In dit Europese licht is ook de felle politieke discussie over de Waddenzee – wel of niet natuurlijk water – beschamend. En als Nederland zo sterk blijft steken op ‘haalbaar en betaalbaar’ als ze nu doet, zullen ook de beheerplannen van 2009 geen echte verbetering in de waterkwaliteit en de ecologische toestand brengen.