Wat wil de koe?
• 08-04-2011
• leestijd 2 minuten
Met de komst van de lente is het weer tijd voor een oer-Hollands tafereel: de koe in de wei. De vreugdedans van de koe, die buiten mag razen en grazen, loeien en poepen. Maar voor wie is de weidegang goed? Voor de melkdrinker? Voor de boer? En voor de koe niet in het minst? Is de koe in de wei echt nodig of is het laten grazen van de koe slechts marketing, zodat het imago van melk zoals dat op het melkpak naar voren komt de werkelijkheid is?
Meer koeien op stal
Al jaren loopt het aantal koeien dat in de lente de stal verlaat terug. De afgelopen 20 jaar is dit toegenomen van 5 procent naar bijna 20 procent van de koeien. Melkveehouders zelf verwachten dat in
2016
maximaal 28 procent van de bedrijven de koeien op stal houdt. Dat zou betekenen dat 57 procent van alle koeien permanent binnen zal blijven.
Oorzaken
Dat koeien op stal blijven heeft verschillende oorzaken: de soort bedrijfsvoering van de boer, de omvang van zijn bedrijf, de ruimte die de boer voor zijn koeien heeft. De kwaliteit van het gras. En vooral ook wat de boer zelf leuk vindt. Daarnaast speelt het weer ook nog een rol; te nat of te warm is voor de koe die buiten loopt niet fijn.
Soort weidegang
De melkindustrie probeert al jaren de teruglopende melkverkoop tegen te gaan door het groene imago van melk te
stimuleren
. Boeren worden aangezet om de koeien naar buiten te sturen, maar over wat voor soort weidegang gaat het dan? Dat hangt weer van de (mogelijkheden van de) boer af. Gaat het om beperkt of onbeperkt weiden? En hoe dan? Omweiden, rantsoenbeweiden, siëstabeweiden, naweiden met jongvee? Wat werkelijk telt voor de koe – beweging, rust en ruimte – lees je daarbij nooit. Binnen of buiten hoor je louter ‘boe’.