Wat bepaalt voorkomen van de bruine rat?
• 18-02-2014
• leestijd 2 minuten
Door de GGD Amsterdam is onderzoek uitgevoerd naar factoren die van invloed zijn op de dichtheid van de bruine rat in en om Amsterdamse huizen. Hierover werd onlangs een artikel gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Lutra van de Zoogdiervereniging. Wat bleek? Het aantal rattenmeldingen in en om huizen per buurt wordt beïnvloed door het aantal inwoners, het percentage stadsgroen, het percentage huizen met een bouwjaar vóór 1960 en de lengte van gemengd riool (waarin zowel afvalwater als regenwater wordt afgevoerd).
Wat betekent dit?
Bij huizen die gebouwd zijn vóór 1960 (inclusief de bijbehorende tuinen) moet worden gezocht naar algemene oplossingen om deze huizen minder aantrekkelijk te maken voor ratten. Denk hierbij aan het dichten van gaten en het verwijderen van schuilplaatsen. Verder suggereren de resultaten dat de structuur van het stadsgroen zou kunnen worden aangepast, zodat deze minder aantrekkelijk wordt voor ratten. Zo kunnen groenblijvende struiken worden vervangen door bladverliezende struiken en zo kan hoge vegetatie direct naast gebouwen vaker worden gemaaid. Verder zou de invloed van afval en vooral van voedselafval in en bij stadsgroen onderzocht moeten worden. Tenslotte lijkt het verstandig om door te gaan met de inspectie van en onderhoud aan het riool en om bij die inspectie ook de aansluiting van woningen op het gemeentelijke riool mee te nemen.
Over deze resistentie tegen rodenticiden werd eerder ook geschreven in het tijdschrift Zoogdier, eveneens van de Zoogdiervereniging. Download
hier
het artikel uit Zoogdier.
Lees het hele bericht op
Natuurbericht.nl
Tekst: Marjolein van Adrichem, GGD Amsterdam en Alterra Wageningen UR; Jan Buijs, GGD Amsterdam; Paul Goedhart, Biometris & Jana Verboom, GGD Amsterdam en Alterra Wageningen UR