Wadend door de Hoge Veluwe
• 12-03-2009
• leestijd 1 minuten
Het Deelense Veld in Nationaal Park de Hoge Veluwe is aan het eind van de winter nat en modderig. Eens per veertien dagen gaat boswachter Henk Ruseler in een waadpak tot z'n middel de vennetjes en veenputten in om de exacte waterhoogten te meten.
Als je aan de Hoge Veluwe denkt, dan zie je beelden van uitgestrekte heidevelden, moeflons, edelherten, wilde zwijnen, nachtzwaluwen, raven en tapuiten. Versierd met witte fietsen en de kunst van Kröller-Müller. Maar zelden roept iemand meteen "veenmoeras" als het over dit Nationale Park gaat. Toch herbergt het gebied op het Deelense Veld een honbderden hectares groot nat terrein dat aan het eind van de winter tot aan de randen gevuld is met water.
Bezoekers merken er doorgaans weinig van, behalve dat er op een enkele plaats een laagje water over het fietspad stroomt. Als de omstandigheden goed zijn dan verwerkt de heidebeek per uur honderden kuubs water.