Zodra het warme voorjaarszonnetje schijnt zijn er weer volop vlinders te zien. Zoals de citroenvlinder en dagpauwoog, maar dat zijn overwinteraars. De voorjaarsvlinders komen nu uit hun pop, zoals koolwitjes en het oranjetipje. En het bont zandoogje, een bosvlinder die zich steeds meer thuisvoelt in de tuin.
Vlinders tellen in het weekend
De telling van het Vlinderweekend vorige week leverde vooral veel meldingen van de citroenvlinder op. Dat is ook niet verwonderlijk, want het is een zeer opvallende vlinder. De felgele mannetjes patrouilleren en vliegen kilometers op een dag en door hun grootte en felle kleur zijn ze van grote afstand te zien en te herkennen.
De dagpauwoog is een andere vlinderoverwinteraar die erg veel is gezien. Datzelfde geldt voor de kleine vos, ook een vlinderoverwinteraar die nu aan de voortplanting begint. De laatste vlinderoverwinteraar is de gehakkelde aurelia. Deze is ook al wel gezien, maar duidelijk minder dan de overige drie.
Van koolwitje tot oranjetipje
Ook de vlinders die de winter als pop hebben doorgebracht vliegen nu. Veel van deze vlinders vlogen de afgelopen jaren in maart al, maar door de kou zijn ze dit jaar wat later. Van het klein koolwitje zijn er al honderden gezien en ook klein geaderd witje en groot koolwitje zijn er al. Van het oranjetipje, een zeer opvallend witje waarvan de mannetjes een prachtige oranje vleugelpunt hebben, vlogen ook al tientallen rond dit weekend. De komende weken zullen de popoverwinteraars nog veel talrijker worden.