In maart keert-ie terug vanuit het Middellandse Zeegebied. Er zijn maar weinig zangers die het zo lang volhouden als de tjiftja. Vaak zingt-ie tot in oktober z'n vrij eentonige liedje. De tjiftjaf roept voortdurend zijn eigen naam. Ideaal, want dan weet je tenminste zeker dat je met een tjiftjaf te maken hebt.
De rietgors doet geen ook enkele moeite zijn aanwezigheid geheim te houden, maar het liedje kun je nauwelijks een liedje noemen. Het is meer een stottertoontje en op het moment dat je denkt: "Nou gaat-ie echt zingen", is het al weer afgelopen. De zingende mannetjes klimmen zo hoog mogelijk in een rietpluim om zo goed mogelijk gehoord te worden.