Het is een soort 'silent spring' dit voorjaar, want alle zuidelijke zangvogels blijven hangen in Zuid en Midden Europa. Te koud en te weinig voedsel hier. Normaal gesproken kunnen we rond deze tijd de fitis en de blauwborst volop horen zingen.
De fitis roept zijn eigen naam nooit maar kweelt een melancholiek toonladdertje dat hoog begint en laag wegsterft. Het lied van de blauwborst begint wat aarzelend met lange, trillende, bijna knarsende tonen, maargaat dan over in een versnelling waarna er een explosie volgt van melodieuze en ook weer knarsende tonen, doorspekt met soms hele goede imitaties van andere rietbewoners.