Vogels opvliegerig door recreatie
• 21-04-2004
• leestijd 2 minuten
De ene vogelsoort laat zich wat sneller van de wijs brengen dan de ander, maar alle vogels laten zich op den duur verstoren door recreanten. Bij het opstellen van natuurgebieden voor het publiek moet daarom rekening gehouden worden met de vogels, die in het gebied vertoeven.
Bureau Waardenburg heeft in opdracht van Vogelbescherming Nederland onderzocht hoe snel, wanneer en door wie vogels zich laten opjagen. De onderzoekers concluderen dat alle vogels zich vroeg of laat uit de voeten maken voor een aankomende surfplank, hond of sportvliegtuigje. De vogelbescherming zal het rapport 'verstoringsgevoeligheid van vogels' woensdag op het symposium Wetlands in Elburg overhandigen aan het ministerie van Landbouw.
Brandganzen vliegen op wanneer een sportvliegtuigje op drie kilometer afstand is. Een boot mag aanzienlijk dichterbij de meerkoet komen. Pas op ongeveer honderd meter afstand zoekt die vogel een veiliger heenkomen. En niet alleen de vogelsoort maakt verschil. Lepelaars op het Wad, die aan het eten zijn, dulden de recreanten dichterbij dan wanneer ze op hun nest zitten.
Op het land zijn het vooral de wandelaars en honden, die de vogels verjagen. Volgens Waardenburg komt dat doordat de wandelaar meer tijd nodig heeft dan bijvoorbeeld een fietser om een etende vogel te passeren. De luidruchtige, snelle en daardoor voor de vogels wat onvoorspelbare waterrecreanten zorgen ook voor meer verstoring dan de rustige voortdobberende watersporters.
Het onderzoeksrapport moet volgens Waardenburg en de Vogelbescherming vooral gezien worden als 'handzaam naslagwerk'. Ondermeer bestuurders, terreinbeheerders en natuurbeschermingsorganisaties kunnen het gebruiken om de effecten in te schatten, die het openstellen van een gebied voor recreanten heeft op de vogels. (ANP)