De Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek telt al veertig jaar de broedvogels in haar gebied. In die periode is de vogelbevolking sterk veranderd. Kenmerkende soorten van het kleinschalig cultuurlandschap, zoals ortolaan, paapje en zomertortel, zijn verdwenen of afgenomen. Watervogels, zoals grauwe gans en meerkoet, hebben zich gevestigd of zijn toegenomen. Enkele andere opvallende vogelsoorten hebben een rentree gemaakt.
Broedvogeltellingen
Al in 1973 is de Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek begonnen met diverse typen broedvogeltellingen in haar werkgebied, de omgeving van Winterswijk, Lichtenvoorde en Aalten. Onlangs heeft Robert Kwak van de VWG op de Gelderse Vogelaarsdag de resultaten van veertig jaar tellen gepresenteerd. Ze geven een boeiende kijk op hoe de vogelbevolking van een typisch Oost-Nederlands landschap is veranderd.
Ortolaan verdwenen
Vogels van het voor de Achterhoek kenmerkende kleinschalig cultuurlandschap hebben in die periode een veer gelaten. Zo was voor de ortolaan dit gebied lange tijd een bolwerk; de soort is rond de eeuwwisseling verdwenen. Een soort als de ringmus is sterk achteruitgegaan, net als de zomertortel. De veranderingen zijn vooral terug te voeren op de intensivering van de landbouw en de veranderingen in teeltwijzen, maar ook op het verdwijnen van veel houtwallen. De roodborsttapuit heeft zich recent weer gevestigd.
Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Lees verder:
Natuurbericht.nl