Vlinders twaalf dagen eerder
• 19-03-2008
• leestijd 1 minuten
In zestien jaar tijd is de vliegperiode van de vroege dagvlinders met circa twaalf dagen vervroegd. Dat meldt het Milieu en Natuur Compendium, op basis van gegevens van het NEM-meetnet vlinders. Het begin van de vliegperiode wordt bij dagvlinders in sterke mate door de temperatuur bepaald. Dat de vroege soorten eerder in het jaar verschijnen, is waarschijnlijk het gevolg van het warmer worden van het voorjaar.
Vroege dagvlinders zijn vroeg in het jaar vliegende vlinders zoals de argusvlinder, bont dikkopje, koolwitje en zilveren maan. Van iedere vlindersoort is voor elk jaar in de periode 1992-2007 bepaald op welke dag van het jaar de eerste tien procent van de vlinders is waargenomen.
Dit jaar zijn rond het weekend van 9 februari zijn tijdens het zonnige en windstille weer de meeste waarnemingen gedaan. Het boomblauwtje en een bont zandoogje hebben hebben met hun verschijning begin februari beiden een vroegterecord gevestigd. Ook werden het klein en groot koolwitje al gezien.
In totaal zijn er 20 vroege dagvlindersoorten:aardbeivlinder, argusvlinder, bont dikkopje, bont zandoogje, boomblauwtje, bruin blauwtje, bruin dikkopje, bruine vuurvlinder, groentje, groot koolwitje, hooibeestje, icarusblauwtje, klein geaderd witje, klein koolwitje, kleine parelmoervlinder, kleine vuurvlinder, koninginnepage, landkaartje, oranjetipje en zilveren maan.