Vincent Icke: Een ochtend met Christiaan Huygens
• 19-06-2009
• leestijd 3 minuten
Op een vroege zondagmorgen zit ik in mijn tuin naar de vogels te kijken. Daar op die tak! Een struikpieper! Maar is dat nou de enkelgevlekte of de dubbelgevlekte struikpieper? Snel de veldkijker erbij, even scherpstellen en...Maar wat is dat? Dat lijkt niet op een vogel. Ik houd de verrekijker omlaag en zie dat ik per ongeluk een experimenteel model uit mijn tas heb gepakt. Het is een zogenaamde tien-tot-de-elfde veldkijker, eentje die honderd miljard maal vergroot. Met zo’n reusachtige vergroting zie ik niet de veren of de snavel of de pootjes. Nee, ik zie de atomen waarvan de vogel gemaakt is!Snel breng ik de kijker weer voor mijn ogen. En jawel, daar zie ik het: de dubbele spiraal van een DNA-molecuul, en......Hè beest, zit nou eens even stil!......en alle atomen waar DNA uit is gebouwd: waterstof, koolstof, stikstof, zuurstof, fosfor.Uit een ooghoek zie ik hoe de struikpieper ervandoor piept. Nu richt ik de kijker op de blaadjes van de struik waar de vogel net nog zat. Ook daar toont de honderdmiljardvoudige vergroting weer dat beeld van moleculen en atomen: in de cellen van de bladeren, een bladluis, een lieveheersbeestje. Steeds weer dat beeld: waterstof, koolstof, stikstof, zuurstof, fosfor, zwavel, ijzer, magnesium, en ga zo maar door, in ringen en in rijen geordend, en alsmaar druk, druk, druk met de processen van het leven.Intussen is het donker geworden. Voor de grap richt ik mijn tien-tot-de-elfde kijker omhoog en zie de sterrenhemel honderd miljard maal vergroot. En daar, vlak naast een piepklein sterretje, zie ik een bolletje dat het hele beeld van de kijker vult. Maar... dat beeld ken ik! Het lijkt... het lijkt waarachtig de Aarde wel, maar dan anders. Zou het... zou daar ook een struikpieper, ofzo......Maar nee, dat kan niet. Die verre planeet ziet er wel aarde-achtig uit, maar heeft een heel andere geschiedenis en evolutie gehad. En toch, toch bestaat ook dat kleine bolletje daar in het diepe Heelal uit atomen, en die zijn allemaal gevormd in de sterren.Een ster is een kernreactor, een kernfusiereactor. Daarin worden waterstofkernen omgezet in helium, in koolstof, en in al die andere mooie atomen die ik vanochtend in de planten en de dieren heb gezien. Daarbij komt energie vrij, waardoor de ster straalt. Het leven bestaat dankzij de sterren. Wij zijn gemaakt uit het goedkoopste spul dat er te vinden is, en het ligt dus voor de hand te denken dat er op planeten buiten ons zonnestelsel ook levende wezens zijn.In het midden van die zeventiende eeuw, dus zowat 350 jaar geleden, schreef Christiaan Huygens het boek Cosmotheoros, waarin hij een ruimtereis beschrijft.
Dit schrijft Huygens:
Welk een wonderbaarlijke, welk een verbazende grootte en heerlijkheid van de Wereld moet men dan met het verstand bezeffen! Zoo vele Zonnen, zoo vele Aardklooten, en een yder met haar zoo vele Kruiden, Boomen, Dieren, met zoo vele Zeen en Bergen vercierd!
Huygens gaat nog verder, want als dieren hier bewustzijn hebben, dan is het te verwachten dat dat voor andere dieren in ons Heelal ook zo is.
Huygens schrijft:
Dit gaat zooverre, dat ik geloove, dat ‘er een Dier zou konnen wezen, heel anders van maaksel als een Mensch, ‘t welk men niet zonder schrik zoude aanschouwen, schoon het met Reden en spraak begaafd was.
Huygens waarschuwt tegen kosmische vreemdelingenhaat: ‘t welk men niet zonder schrik zoude aanschouwen. Wat voor ons een vreselijk monster lijkt, is mogelijkerwijs een dier dat met rede en spraak begaafd is.
Huygens leert ons bescheidenheid, omdat onze planeet piepklein en kwetsbaar is. Dat kunnen wij zien, niet alleen kijkend naar de vroege vogels op Aarde, maar ook denkend over de mogelijke vogels in de diepten van ons Heelal.