Vijf nieuwe roofvogels met succesvolle broedgevallen

Klauwen, scherpe nagels en een grote snavel: dat zijn een aantal uiterlijke kenmerken van roofvogels. Zoals de naam al verraadt, jagen zij. Dit doen zij in de lucht, op de grond of in het water. Sovon Vogelonderzoek liet een paar dagen geleden weten dat er afgelopen jaren vijf nieuwe roofvogels zijn die voor het eerst in Nederland hebben gebroed: de rode wouw, de zwarte wouw, de steppekiekendief, de visarend en de zeearend. Hiermee komt het aantal roofvogels dat in Nederland broedt op een aantal van vijftien!

De rode wouw is een vogelsoort die alleen in Europa voorkomt. Het dier is roodbruin met een lichtere kop. De rode wouw bouwt nesten in bosrijke gebieden of in landbouwgebieden. De vogel eet gevarieerd voedsel: klein aas, maar ook andere vogels en zoogdieren.

Sinds 2010 broedt de vogel jaarlijks in Nederland. In 2014 waren er drie broedparen. In 2018 nam het aantal toe tot veertien broedparen.

De zwarte wouw is een donkerbruine vogel, die met donker weer een zwarte gloed kan hebben. De kop van de vogel is lichter dan de rest van het lichaam en de vleugels van de vogel zijn wat korter dan die van de rode wouw. De zwarte wouw broedt vlakbij het water, want het dier jaagt onder andere ook op vis. Kleine zoogdieren, kleinere vogels, amfibieën en reptielen moeten ook oppassen voor deze roofvogel. De nesten van de zwarte wouw worden gemaakt van grote takken en wat rommel zoals plastic.

De zwarte wouw trekt in groepen van Europa naar Afrika om daar te overwinteren. In Nederland is de vogel zeldzaam, maar toch zijn er een paar broedparen in Nederland van deze roofvogel. 

De steppekiekendief is smal, slank en heeft spitse vleugels. Mannelijke vogels zijn goed herkenbaar: ze zijn grijsachtig en ze hebben een zwarte wig. Vrouwelijke steppekiekendieven zijn lastiger te herkennen, ze lijken op de blauwe kiekendief. De kenmerken die ze onderscheiden zijn onder andere een lichte halsring en lichte toppen.

De steppekiekendief wordt de laatste jaren steeds meer gezien in Nederland. In 2017 werd het eerste paartje ontdekt met een succesvol broedgeval. In 2019 gebeurde dit nog een keer.

De visarend is een vogel die alleen vis eet. Dit is ook de reden dat visarenden altijd hun nesten dichtbij het water bouwen, dan zijn ze dichtbij het voedselrijke gebied. De visarend is een makkelijk herkenbare vogel: het dier is bruin en aan de onderzijde wit. Ook heeft de vogel een brede streep over de kop.

In 2016 was er voor het eerst een succesvol paartje aan het broeden. In 2017 verdubbelde dit aantal: twee broedparen waren gesignaleerd. Het aantal broedparen neemt nog steeds toe!

De grootste Europese arend: de zeearend. Deze vogel komt ook voor bij waterrijke gebieden, ze jagen namelijk ook op vissen. De zeearend heeft echter ook watervogels en aas aan het dieet toegevoegd. De vogel is erg groot en de volwassen dieren hebben een witte staart. Voor de rest is de vogel bruin, op de gele snavel na. De nesten van de zeearenden worden vaak een aantal jaar achter elkaar gebruikt.

Sinds 2006 is de zeearend aan het broeden in Nederland, met in 2014 al vijf paar. In 2020 waren er maar liefst twintig paren zeearenden in Nederland!

Dat deze soorten nu in Nederland broeden is goed nieuws, maar helaas gaat het niet met alle dagroofvogels goed. Vooral de torenvalk en de boomvalk hebben het lastig. Zij kunnen moeilijker prooien vinden. Dit komt vermoedelijk door de landbouwtechnieken. Ook komt het helaas nog veel voor dat roofvogels vergiftigd worden, verstoord of afgeschoten.

Bron: Sovon, Vogelbescherming, Natuurpunt