Vijf jaar na de brand op de Strabrechtse Heide

Op 2 juli 2010 woedde er een enorme brand op de Strabrechtse Heide ten zuiden van Eindhoven. In totaal ging 150 ha bos en heide verloren op dit terrein dat wordt beheerd door Staatsbosbeheer. Vanwege de felheid van de brand is het bos volledig verloren gegaan en kon het terrein nu makkelijk omgezet worden naar heide.

Iets wat Staatsbosbeheer al langer wilde. In de ondergrond zat namelijk nog een bank met zaden van struikheide en berken die spontaan begonnen te groeien. Om te voorkomen dat het gebied weer gaat verbossen, worden er schapen op de hei gelaten. Maar hoe zorg je ervoor dat dat bos niet terugkeert?
 
Kempisch heideschaap
Kees Kromhout is schaapsherder op de Strabrechtse Heide. Hij heeft een kudde van 300 Kempische heideschapen. Dit oude ras, dat bijna was uitgestorven, is opnieuw gefokt. Het behoort tot de grote heideschapen en is van oudsher bekend en gezocht als vleesschaap. Dit schaap is geschikt voor het beheer van heideachtige vegetaties en schrale graslanden. Vlak na de brand was de kudde nog niet zo groot en schoten de berken snel op. Om dat effect te beperken wordt er nu eerst met bosmaaiers de jonge berkjes van zo’n 60-70 cm gemaaid. Alles wat daarna nog opkomt wordt door de schapen weggegeten.
 
Vitale heide
Joost Vogels onderzoekt de Strabrechtse Heide al meer dan zes jaar. Met de brand in 2010 ontstond voor hem een unieke situatie. Bepaalde plotjes waar hij onderzoek deed, brandden af. Normaal gesproken moet je voor onderzoek kijken naar terreinen die vergelijkbaar zijn. Nu kon hij hetzelfde terrein bekijken voor en na de brand. Dat leverde een zogenaamde “BACI” (Before After Control Impact) op. Het blijkt dat de brand een sterk ‘vitaliserende’ werking op het terrein heeft gehad. Het inzetten van gecontroleerde branden om de hei gezonder en sterker te maken wordt nu vaker toegepast.