Vijf heidelibellen
• 28-09-2010
• leestijd 2 minuten
Heidelibellen hebben een foutieve naam. Ze zijn zeker niet alleen op heidevelden te vinden, maar overal. De algemene bruinrode en steenrode heidelibel vind je ook gewoon in je eigen tuin. Momenteel, eind september, zijn er nog vijf soorten heidelibellen actief.
De zwarte heidelibel is eigenlijk de enige die zijn naam eer aan doet; deze zit voornamelijk op de heide. Toch kun je zwervertjes ook op vele tientallen kilometers van heide aantreffen. De bandheidelibel heeft een beperkte verspreiding in Nederland. Er zijn populaties aanwezig bij Valkenswaard en in Overijssel. De drie overige soorten hebben allemaal een kleur rood in hun naam: bloedrode, bruinrode en steenrode heidelibel. Toch moet je niet denken dat je ze op kleur op naam kunt brengen. De kleur is nogal variabel en een jong beestje heeft een hele andere kleur dan een geslachtsrijp dier; als ze echt bejaard zijn is de kleur nog veel donkerder. Wil je ze toch uit elkaar houden, moet je op andere kenmerken letten.
Allereerst kijk je welke kleur poten de libel heeft. Als deze helemaal zwart zijn, heb je te maken met de bloedrode heidelibel. Deze is er nog wel, maar niet meer in groten getale. De heidelibellen met gelige of beige strepen op de poten zijn er nog wel veel en zullen ook de komende weken nog volop vliegen. De steenrode heidelibel is het meest aanwezig. Als je deze in zijn snuit kijkt, zie je dat hij een hangsnor heeft. Het zwart van bovenop zijn snuit loopt langs de buitenranden naar beneden toe (zie foto boven). De bruinrode heidelibel heeft ook een snorretje, maar deze is alleen bovenop aanwezig (foto links). Deze kenmerken zijn niet altijd goed te zien. Het gebruik van een verrekijker is erg handig, maar die moet je wel dichtbij scherp kunnen stellen. Er zijn kijkers die tot op 50 centimeter focussen: dat is voor het bekijken van snorren erg handig.