Vier zwaluwen bepalen landinrichting

De moeraszwaluw, de huiszwaluw, de gierzwaluw en de boerenzwaluw kunnen met zijn vieren de herinrichting van een gebied bepalen. De vogels staan voor de verschillende zones van een gebied, waarbij ruimte is voor natuur, landbouw en bebouwing.

Natuurmonumenten heeft het zogenoemde vierzwaluwenmodel bedacht. Landbouwkundig instituut LEI van de Wageningen Universiteit heeft het toegepast op het veenweidengebied rond Zegveld in het Groene Hart. Het LEI concludeert dat het vierzwaluwenmodel tot een toename van de maatschappelijke welvaart in het gebied zal leiden.

Weliswaar wordt er 22 miljoen euro minder verdiend in de landbouw, maar daar staan de groei van het toerisme, meer biodiversiteit en een positief klimaateffect tegenover wat 51 miljoen euro kan opleveren.

De moeraszwaluw kan zich nestelen bij de sloten in het veenweidegebied. Door aanpassing van het waterpeil kan daar een moerassig gebied ontstaan, dat tevens de ecologische ruggengraat van het gebied zal vormen. Hier is water- en natuurrecreatie goed mogelijk, aldus het LEI. Rondom de sloten is ruimte voor 'boerennatuur': een landbouwgebied met fiets- en wandelpaden waar de boerenzwaluw huist.

De huiszwaluw zal een plekje zoeken in het gebied voor intensieve landbouw, terwijl de gierzwaluw tenslotte de stadsnatuur tussen de huizen opzoekt. Deze bebouwing met veel groen vormt de buitenste ring van het gebied. Volgens de onderzoekers van het LEI is aangetoond dat het vierzwaluwenmodel een serieuze handleiding voor landinrichting is.

Bron: ANP