Terwijl de natuur nog met veel droogte kampt, ziet het buiten rood van de verzopen katjes. Ze zijn nog uit de boom gevallen ook, maar de populieren waar ze vandaan komen malen er niet om. Hun bloeiseizoen zit er alweer op.
Populieren zijn vroegbloeiende bomen. Op het moment dat andere plantensoorten hun kop nog boven de grond moeten steken zijn de populieren hun ‘hoogtepunt’ alweer voorbij. De bloeiaren (katjes) vallen af na de bloei en liggen nu als een tapijt op de grond of in het water.
Dat tapijt van katjes wordt vooraf gegaan door een regen aan steunblaadjes en knopschubben waar de boom zich al eerder van heeft ontdaan. Als ook de katjes zijn uitgebloeid en de wind vrij spel heeft gehad voor bestuiving is de tijd van de katjes weer voorbij. De boom kan nu zonder bezwaar in blad komen en met behulp van zijn bladgroen weer verder bouwen aan zijn toekomst.
Populieren zijn snelle groeiers en werden daarom vroeger ook veel toegepast als productiehout. De laatste jaren is hun populariteit echter flink afgenomen en worden ze aanzienlijk minder aangeplant. Ze bloeien voor het eerst na een jaar of tien en kunnen meer dan honderd jaar oud worden. De meeste populieren zullen zo’n leeftijd niet bereiken en worden na enkele tientallen jaren gekapt: in productiebossen voor de houtindustrie, in het buitengebied ook uit veiligheidoverwegingen. De snelle groeiers zijn namelijk ook snelle ‘brekers’ en dat is in ons volle landje algauw een te groot gevaar.