Verwijderingsbijdrage voor o.a. spaarlampen

Voor spaarlampen, tl-buizen en andere vergelijkbare lampen moeten consumenten vanaf 13 augustus een verwijderingsbijdrage betalen. Er komt ook een heffing op lamphouders, van spotjes tot armaturen. Met de opbrengst van de verwijderingsbijdrage worden afgedankte lampen en lamphouders op een milieuvriendelijke manier verwerkt. De verwijderingsbijdrage is even hoog als de kosten om met het afval aan de slag te gaan.

De consument kan oude spaarlampen, tl-buizen en lamphouders voortaan in de winkel inleveren bij aankoop van een nieuw vergelijkbaar product. Spaarlampen en tl-buizen horen eigenlijk bij het klein chemisch afval. Het inleveren ervan bij een afvaldepot van de gemeente blijft gewoon mogelijk.
Goed idee
Door hun samenstelling vragen spaarlampen extra aandacht als afval. Maar het blijft een goed idee om nieuwe spaarlampen te kopen, omdat ze heel weinig energie gebruiken. Ze gaan bovendien veel langer mee. Dit is goed voor het milieu en het scheelt de consument geld. Op dit moment gebruikt een huishouden gemiddeld één spaarlamp. Wie de vijf meest gebruikte gloeilampen van 60 Watt vervangt door spaarlampen bespaart in een jaar al snel 45 euro op de elektriciteitrekening.

De verwijderingsbijdrage is 30 eurocent per lamp (inclusief BTW). De consument ziet dit bedrag apart op de kassabon staan. Zelfs met de verwijderingsbijdrage erbij zijn spaarlampen uiteindelijk veel goedkoper.
Innemen
Een lamphouder kost 1,38 euro (inclusief BTW) extra aan verwijderingsbijdrage. De leverancier moet de oude lamphouders innemen. Tot nog toe belandden ze in de grijze bak. Het systeem is te vergelijken met de verwijderingsbijdrage voor bijvoorbeeld een wasmachine, waarbij de oude wordt ingenomen door de leverancier.

Volgens Lightrec, de gezamenlijke fabrikanten en importeurs van lichtbronnen en verlichtingsarmaturen, worden er in Nederland per jaar 25 miljoen afgedankte lampen aangeboden die onder de regeling vallen en 5,5 miljoen oude lamphouders. Gloeilampen en halogeenlampen vallen niet onder de nieuwe wet.
 
Bron: Milieucentraal