Verdroging minder ernstig dan gedacht
• 26-05-2008
• leestijd 2 minuten
De verdroging in Nederland is minder erg dan gedacht. De grondwaterstand wordt vaak te laag ingeschat, omdat er met de verkeerde meet- en rekentechnieken wordt gewerkt. Hydrologen van Alterra werken nu aan nieuwe rekenmethodes. Dat betekent echter niet dat de verdroging niet ernstig is. Wel kunnen lokale maatregelen om verdroging tegen te gaan minder noodzakelijk, minder effectief of te duur zijn.
Al in 2006 publiceerden drie hydrologen van Alterra in het vaktijdschrift H20 de opzienbarende conclusie dat de verdroging minder erg is dan gedacht, omdat er met de verkeerde meet- en rekentechnieken werd gewerkt. Later rekenden zij uit dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand en de gemiddelde laagste grondwaterstand globaal respectievelijk 30 en 45 centimeter te laag zijn geschat, al blijken die verschillen overal in Nederland anders uit te vallen.
Nu blijkt dat deze te lage inschatting ingrijpende gevolgen kan hebben. Buffergebieden rondom natuurgebieden hoeven bijvoorbeeld dankzij de hogere grondwaterstand minder groot te zijn, terwijl hydrologische maatregelen om gebieden te vernatten minder rigoureus hoeven te zijn. Ook kan het gebeuren dat het effect van waterwinning op de grondwaterstand verkeerd wordt geschat, wat gevolgen heeft voor de compensatie die boeren daarvoor krijgen.
De te lage inschatting van de grondwaterstand komt doordat er te weinig rekening is gehouden met de gelaagdheid van de bodem. Die is in Nederland overal anders, waardoor de te lage inschatting van de grondwaterstand overal anders uitvalt. De hydrologen van Alterra werken aan nieuwe rekenmethodes die de invloed van de bodem wel meenemen. Daarmee kan meer doelgericht en efficiënt worden gewerkt aan de verdroging, dus ook rekening houdend met de lokale omstandigheden.