De Nederlandse veestapel moet met 40 procent inkrimpen om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen in 2030. Dat betekent dat er in Nederland in 2030 nog maar 1 miljoen melkkoeien en 3,4 miljoen varkens zijn. Ook het aantal kippen moet met een vijfde worden teruggebracht, heeft Natuur & Milieu berekend in een dinsdag gepubliceerde Voedselvisie.
Daarin heeft de milieuorganisatie doorgerekend wat de Nederlandse voedselsector moet doen om de klimaatafspraken na te leven.
Kwart van CO2 uit voedselsector
De voedselsector is volgens Natuur & Milieu verantwoordelijk voor een kwart van de Nederlandse CO2-uitstoot. Die emissie moet volgens het klimaatakkoord binnen dertien jaar met bijna de helft worden verminderd. In de Voedselvisie breekt Natuur & Milieu een lans voor een snelle verduurzaming van de landbouw. Dat kan volgens de organisatie het beste door het aantal dieren, verantwoordelijk voor de productie van broeikasgassen, terug te brengen. Een koe stoot jaarlijks net zoveel uit als een auto, aldus de organisatie.
Meer ruimte voor nieuw teelt
In de Voedselvisie wordt gesteld dat een derde van de boeren de komende jaren verwacht te stoppen. Wanneer de overheid de dierrechten van die agrariërs opkoopt, wordt de veestapel vanzelf gereduceerd. De boeren die hun bedrijf voortzetten, zullen in dat scenario een goed inkomen blijven verdienen. Verder ontstaat meer ruimte voor akkerbouw, tuinbouw en nieuwe teelten, zoals notenteelt.
Het accent komt zo te liggen op kwaliteit in plaats van kwantiteit. ,,De tijd waarin we veel en goedkoop eten produceren, is straks echt voorbij'', zegt directeur Geertje van Hooijdonk van Natuur & Milieu.