Veerman vraagt om vervolgonderzoek kastanjeziekte
• 28-11-2005
• leestijd 2 minuten
Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vraagt de werkgroep Aesculaap vervolgonderzoek te doen naar de oorzaak van de kastanjeziekte. In eerder onderzoek naar deze bloedingsziekte, ook op verzoek van Veerman, hield de werkgroep een bacterie (Pseudomonas syringae) verantwoordelijk. Nader onderzoek is nodig naar het infectie- en ziekteproces bij de bomen, waarna een strategie kan worden opgezet voor de beschrijding van de bloedingsziekte. Veerman bestudeert bovendien de mogelijkheden voor samenwerking met omringende landen, omdat de ziekte zich ook in andere Europese landen voordoet.
Minister Veerman heeft de Tweede Kamer in januari laten weten bezorgd te zijn en zich mede verantwoordelijk te voelen voor het opsporen van de oorzaak van de bloedingsziekte, ondanks het ontbreken van wettelijke verplichtingen. De minister acht het van belang dat op zo'n kort mogelijke termijn de oorzaken van deze ziekte worden opgespoord. Als de oorzaak niet gevonden wordt, is de enige bestrijdingsmethode de vernietiging van een groot deel van de kastanjebomen.
De werkgroep Aesculaap wordt gecoördineerd door het Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO) van Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Zij werken samen met een aantal partijen: het Ingenieursbureau Amsterdam, de Plantenziektenkundige Dienst van het Ministerie van LNV, het onderzoeksinstituut Alterra van Wageningen UR, het Centraal Bureau voor Schimmelcultures en de gemeenten Den Haag, Utrecht, Haarlemmermeer en Houten. Aan het onderzoek werken verder mee Plant Research International van Wageningen UR en de leerstoelgroepen Plantencelbiologie en Plantenfysiologie van Wageningen Universiteit.
De bloedingsziekte heeft als symptomen dat er donkere vochtige plekken ontstaan op de stam, die steeds groter worden. Daarna scheurt de bast. Sommige bomen gaan binnen 2 à 3 maanden dood.