Amerikaanse wetenschappers zijn er in geslaagd om vakens zo te manipuleren dat er hoge gehaltes omega-3-vetzuren in het vlees zitten. Omega-3-vetzuren zitten normaal vooral in vette vissoorten en helpen (waarschijnlijk) het risico op hart- en vaatziekten te verlagen.
Nadat bekend werd dat omega-3-vetzuren gezond zijn, heeft men in de varkensfokkerij geprobeerd om meer van deze stof in het vlees te krijgen. Dat moest in eerste instante met visolie, maar dat smaakt niet met vlees en verandert ook de eigenschappen van het vlees. Via de methode die nu gebruikt is, is het aantal vetzuren gelijk gebleven. Een deel daarvan is echter vervangen door de omega-3-vetzuren.
Henk Haagsman, hoogleraar vleeswetenschappen aan de Universiteit van Utrecht, vraagt zich echter af of consumenten wel vlees van gemanipuleerde dieren willen eten. Ook moeten de effecten van het gemanipuleerde vlees worden bekeken. Het is bijvoorbeeld nog niet bekend of de afbraakstoffen die vrij komen bij het consumeren van het vlees schadelijk zijn.