De grote schoonmaakoperatie van de Volgermeerpolder bij Amsterdam is bijna af. Het gebied, waar jarenlang tienduizenden vaten gif zijn gestort, wordt nu omgetoverd tot een natuurgebied. Het is voor veel omwonenden bijna niet te geloven maar na dertig jaar strijden heeft de natuur het gebied weer helemaal terug gekregen. In maart werd er zelfs een mannetjes edelhert gezien.
In de jaren twintig werd er in de Volgermeerpolder turf gestoken. In de jaren zestig werd er door meerdere chemische bedrijven, waarvan het grootste Philips-Duphar was, chemisch afval gedumpt met oogluikende toestemming van Amsterdamse ambtenaren. In maart 1980 werd het eerste gifvat bij toeval ontdekt.
Toen vreesde men nog voor een chemische tijdbom. Het zou slechts een kwestie van tijd zijn voordat het gif uit de zwaar vervuilde Volgermeer zich ongecontroleerd in het milieu zou verspreiden. Het Burgercomité Vuilstortplaats Volgermeerpolder werd opgericht. Op 4 augustus bestaat het comité dertig jaar.
Omwonenden en overheid besloten het gebied niet te saneren maar af te dekken met een laag folie een schone laag aarde. Zo is er ook een kade van 15 kilometer lang gemaakt waar zogenoemde sawa’s, terrasbouw, worden ontwikkeld. Gevolg: een rijke natte natuur waar volgens deskundigen straks ook zeldzame planten- en diersoorten zullen voor komen.
Goof Buijs en Peter Beets van het Burgercomité Vuilstortplaats Volgermeerpolder leiden Vroege Vogels rond in het nieuwe natuurgebied, dat pas eind dit jaar voor het publiek opengesteld zal worden.