Verschillende Nederlandse plaatsnamen zijn vernoemd naar roofdieren zoals wolven en vossen. Denk aan Wolfskuil, Wolfheze en Wolfswinkel. Of Wolfsput, wat aangeeft dat hier een valkuil voor wolven was, een door mensen gegraven overdekte kuil met een scherp aangepunte paal waarin men wolven ving.
Otterlo zou een samenstelling zijn van de diernaam otter en lo ‘bos'. De ligging van het dorp op de Veluwe, waar het nogal waterarm is, zet vraagtekens bij de verklaring. Hoewel de naamgeving vaak gebaseerd is op het ongewone. Zo zou een bos, waar toevallig een otter verdwaalde, blijven Otterlo genoemd kunnen worden.
Soms is een stad of dorp vernoemd naar een dier omdat er destijds veel van deze soort voorkwam op die plek. Of juist omdat er géén exemplaren van dat dier waren.
Nicoline van der Sijs
van het
Meertens Instituut
heeft onderzoek gedaan naar de oorsprong van dieren- en plantennamen in de namen van gemeenten.