In Centraal-Afrika is het bijzondere grensoverschrijdende Sangha Tri-National wildpark door UNESCO, de culturele organisatie van de Verenigde Naties, aangewezen als natuurlijk werelderfgoed. Het park in Congo-Brazzaville, Kameroen en de Centraal Afrikaanse Republiek vormt het leefgebied van een van de laatste bosolifanten en bedreigde apen als gorilla’s en chimpansees.
Groot
Sangha Tri-National, ook TNS genoemd, is het eerste werelderfgoed dat in drie landen ligt. Het natuurgebied is even groot als ruim de helft van Nederland en vernoemd naar de Sangha-rivier die drie nationale parken in het Congo Basin met elkaar verbindt. Het Wereld Natuur Fonds (WNF) is al jaren nauw betrokken bij TNS en speelde een belangrijke rol bij de totstandkoming van de drie nationale parken. Volgens het WNF heeft het aanwijzen van het park als natuurlijk werelderfgoed wereldwijd grote betekenis vanwege de bijzondere biodiversiteit en is het lokaal belangrijk voor de bevolking die voor hun traditionele levenswijze van het bos afhankelijk is.
Bosolifanten
TNS is een van de weinige plekken in Centraal-Afrika waar de invloed van de mens nog vrijwel volledig afwezig is. Het tropisch regenwoud en de waterrijke gebieden zijn ideale leefgebieden voor bijvoorbeeld bosolifanten, gorilla’s, bosbuffels, hertensoorten als de bongo en sitatunga en vele duizenden papegaaien. Met name op de natuurlijke open plekken in het bos, de zogenoemde bais, verzamelt het wild zich op grote schaal. Nergens anders ter wereld komen tientallen bedreigde bosolifanten geregeld op één plek samen, vaak met ander wild.
Bufferzone
Het gebied bestaat voor een deel uit de drie nationale parken. Daarbuiten geldt een beschermde bufferzone die duurzaam wordt beheerd door middel van selectieve houkap, zodat het regenwoud in stand blijft. FSC-certificering speelt daarbij een belangrijke rol. WNF steunt lokale gemeenschappen bij duurzaam bosbeheer, zodat de bevolking profiteert van de inkomsten van verantwoorde houtkap. In tegenstelling tot veel andere beschermde gebieden is het park geen afgezonderd stuk regenwoud, maar maakt het deel uit van een veel groter landschap dat ecologisch in tact is. Dergelijke gebieden worden wereldwijd steeds zeldzamer.