Uitzonderlijk warm minder zeldzaam geworden
• 19-11-2006
• leestijd 2 minuten
Na juli en september is ook de herfst de warmste in zeker drie eeuwen. Het record, notabene van vorig jaar herfst, wordt zelfs met zo'n anderhalve graad verbeterd. Ook het KNMI is verrast door de vele warmterecords.
Zo'n warm seizoen komt in het huidige warmere klimaat tien keer zo vaak voor dan vroeger, maar is nog steeds uitzonderlijk. De kans op een gebeurtenis wordt aangeduid met een herhalingstijd, meestal in jaren. Een herhalingstijd van honderd jaar betekent niet dat het zo lang duurt voor het weer gebeurt, het kan ook binnen een paar jaar weer gebeuren. De herhalingstijd zegt iets over de kans: eens in de honderd jaar is een kans van 1%. In het warmere klimaat zijn de herhalingstijden van warmte-extremen een stuk kleiner geworden, voor seizoensgemiddelden ongeveer een factor tien kleiner. Een extreem warm seizoen dat vroeger eens in de honderd jaar voorkwam heeft tegenwoordig al gauw een herhalingstijd van eens in de tien jaar. Uitzonderlijk warm is dus minder uitzonderlijk geworden.
De hoge temperaturen van dit jaar hingen samen met de toevallig bijna continue aanvoer van warmte door overheersend zuidelijke winden, de naweeën van de hete zomer waardoor het zeewater nog warm was en de wereldwijde opwarming door het versterkte broeikaseffect. Dat effect hangt vrijwel zeker samen met de toenemende concentratie aan broeikasgassen. De bijdrage van het broeikaseffect schat het KNMI op ongeveer 1 graad ten opzichte van het tijdvak 1961-1990.