Slangen zijn populaire terrariumdieren. Elke zomer worden in de media exotische slangen gemeld die rondkruipen in woonwijken en natuurgebieden. Het zijn ware ontsnappingskunstenaars die gemakkelijk uit een niet zorgvuldig afgesloten terrarium ontsnappen, soms worden ze gedumpt in de vrije natuur.
Deze ontsnappingen en vrijlatingen leiden zelden tot vestiging van populaties; meestal zijn het individuele dieren die worden aangetroffen. Soortgenoten om zich succesvol mee voort te kunnen planten ontbreken en de kans dat zich populaties ontwikkelen is daarmee erg klein. In de vrije natuur (landelijk gebied) of in een stedelijke omgeving hebben de dieren grote moeite om hun voedsel bij elkaar te scharrelen. Bovendien zijn slechts weinig soorten aangepast aan het relatief koude Nederlandse klimaat, waardoor deze koudbloedige dieren moeite hebben te overleven.
In opdracht van Bureau risicobeoordeling en onderzoeksprogrammering van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) hebben Alterra, RAVON en Natuurbalans-Limes Divergens een risico-analyse uitgevoerd naar de vestigingskansen van uitheemse slangen in Nederland.
In dit onderzoek zijn de risico’s verbonden aan introductie van uitheemse slangen op een rij gezet. Aangezien vestiging mede afhankelijk is van het klimaat, zijn ook verschillende klimaatscenario’s bij het onderzoek betrokken. Van alle beschouwde soorten zijn er slechts vier geïdentificeerd als soorten die zich in de toekomst kunnen vestigen en een substantieel risico voor de Nederlandse natuur vormen, namelijk de Aziatische en Noord-Amerikaanse rattenslangen, de kousebandslangen en de melkslang. Vooralsnog is er één nieuwe soort die zich in Nederland heeft kunnen vestigen en zich ook voortplant, de Russische rattenslang. Een kleine populatie van deze soort overleeft al ruim tien jaar in Zuid-Groningen. De impact op de inheemse biodiversiteit van de rattenslang is op dit moment beperkt en lokaal.