Twee voor twaalf voor de Nederlandse trekvis
• 08-04-2008
• leestijd 3 minuten
Zeven van de twaalf soorten Nederlandse trekvissen zijn de laatste decennia sterk achteruitgegaan, zowel in Nederland als daarbuiten. Vervuiling, visserij en barrières als dammen en sluizen worden gezien als de belangrijkste oorzaken voor deze achteruitgang. Aan deze problemen is gewerkt, maar van een duidelijk herstel van de soorten is nog geen sprake. Vandaar dat de Europese Kustvereniging (EUCC) in samenwerking met de Universiteit Utrecht een onderzoek heeft uitgevoerd. Naar aanleiding van het rapport van Anne Marie de Visser dat hierover is verschenen, vraagt de Kustvereniging alle betrokkenen om méér onderzoek en gezamenlijke actie om het tij te keren.
Internationale aandacht
Trekvissen trekken tussen zoet en zout water om hun levenscyclus te kunnen voltooien. Zo leven de meeste trekvissen in zee en trekken naar zoet water om te paaien. Alleen de Europese aal (paling) en bot leven in zoet water en trekken naar zee om te paaien. Tien van de twaalf Nederlandse soorten zijn in aantal achteruitgegaan. Daarvan zijn zes soorten vrijwel of helemaal verdwenen uit de Nederlandse wateren. Dit zijn de Atlantische steur, elft, fint, Atlantische zalm, zeeforel en houting. Hiervan zijn de eerste twee uitgestorven in Nederland. Door de achteruitgang van trekvissen is de laatste jaren zowel nationaal als internationaal steeds meer aandacht ontstaan voor het herstel van deze soorten, met name voor de beter bekende soorten als paling, zalm en zeeforel. Tot nu toe heeft dat geleid tot een voorzichtige toename van enkele soorten, maar voor veel soorten is de toekomst nog onzeker.
Belang herstel trekvissen
Maatregelen zijn nodig om de situatie van deze soorten te verbeteren. Deze maatregelen zullen in veel gevallen ook een positieve invloed hebben op het leefgebied van trekvissen en de andere soorten die daarin voorkomen. Paaitrek vindt vaak over grote afstanden plaats, waardoor trekvissen tijdens hun leven in veel verschillende wateren voorkomen. De aanwezigheid van trekvissen wordt daarom wel gezien als een aanwijzing voor een ecologisch gezond watersysteem. Daarnaast kunnen maatregelen ten gunste van trekvissen meehelpen om tot een gevarieerd, gezond en duurzaam visbestand te komen.
Problemen
Barrières, vervuiling en visserij worden gezien als de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van trekvissen. Op het gebied van deze oorspronkelijke problemen is inmiddels veel verbeterd. Ondanks de verbeterde situatie voor trekvissen zijn er nog steeds verschillende knelpunten aanwezig in de Nederlandse wateren en daarbuiten. Hierbij kan gedacht worden aan, zij het in mindere mate, de oorspronkelijke problemen, maar ook aan relatief nieuwe problemen als de aanwezigheid van uitheemse soorten in de Nederlandse wateren en klimaatverandering. De kennis over de precieze invloed van knelpunten is echter onvolledig. Deze kennishiaten, maar ook het feit dat vaak een combinatie van verschillende factoren een rol speelt, maken het moeilijk om goed gefundeerde conclusies te trekken.
Mogelijkheden
Door de onvolledige kennis is het ook moeilijk om gericht maatregelen te kunnen nemen om de situatie van trekvissen te verbeteren. Naast het uitvoeren van onderzoek is het toch van belang om ook verdere actie te ondernemen voor het te laat is. Zo kunnen factoren, waarvan redelijkerwijs kan worden uitgegaan dat deze een knelpunt vormen, al worden aangepakt. Dat is met name voor de sterkst bedreigde soorten van belang. Internationale samenwerking en publieke voorlichting zullen een positieve bijdrage leveren aan de effectiviteit van de aanpak.
Bron: Kustvereniging