Een beetje schoffelen of onkruid wieden helpt om te ontspannen. Dat blijkt uit een onderzoek van Alterra. Door het contact met de natuur neemt de hoeveelheid stresshormonen in het speeksel af. Dat natuur een rustgevende werking heeft, is inmiddels wijd geaccepteerd. Maar wetenschappelijke bewijzen in de vorm van gemeten waarden misten nog.
Dr. Agnes van den Berg en Mariëtte Custers van Alterra voerden daarom twee experimenten uit waarbij ze de hoeveelheid cortisol registreerden in speeksel. Dit zogenoemde stresshormoon komt vrij in onze hersenen bij een dreiging. Het verhoogt de concentratie glucose in het bloed en onderdrukt het immuunsysteem. Alle energie wordt gereserveerd om te kunnen vechten of vluchten. Wanneer de dreiging is verdwenen, neemt de stress doorgaans af. De stressreactie kan echter aanhouden en dan overspannenheid, depressies en lichamelijk klachten zoals hart- en vaatziekten veroorzaken.
Een proef met dertig leden van een volkstuinvereniging laat zien dat werken in de natuur het herstelproces bevordert. Na opwekking van een flinke dosis spanning gingen de deelnemende tuinders een half uurtje tuinieren of lezen in een magazine. Metingen lieten zien dat het stresshormoon cortisol in het speeksel veel sterker was afgenomen bij de schoffelaars dan bij de lezers. De tuinierende tuinders kwamen significant beter tot rust.
Het tweede experiment vond plaats met bejaarden in een zorgcentrum. Een spelletje Pim Pam Pet bleek rustgevend te werken in een kamer vol met planten en bloemen, maar had geen effect bij de deelnemers die het spelletje speelden in een sober ingerichte ruimte. Direct na het spelletje nam de stress bovendien verder af bij de bejaarden die in de groene kamer werkten aan een collage, terwijl het cortisolniveau van de bejaarden die in de neutrale kamer knutselden licht toenam. De resultaten van beide experimenten tonen volgens de onderzoekers voor het eerst hard aan dat de natuur een stressverminderend effect heeft.