'Toplocatie' Nota Ruimte blijkt overbodig
• 18-01-2006
• leestijd 2 minuten
Milieudefensie is verheugd dat het provinciebestuur van Noord-Brabant afziet van de aanleg van het 600 hectare tellende bedrijventerrein Moerdijkse Hoek. 'Eindelijk ziet ook de provincie in dat er geen noodzaak en draagvlak is voor de aanleg van zo'n grootschalig bedrijventerrein,' aldus Willem Verhaak, campagneleider Ruimte en Landschap bij Milieudefensie. De organisatie roept andere provincies op het voorbeeld van Brabant te volgen en af te zien van plannen voor overbodige nieuwe bedrijventerreinen.
Ook de Socialistische Partij (SP) reageert opgetogen. 'Met haar besluit om de omstreden plannen voor de aanleg van industrieterrein Moerdijk II te schrappen, heeft de provincie Noord-Brabant een aanslag op het landschap voorkomen,' concludeert SP-Kamerlid Krista van Velzen. 'Jarenlang heeft de SP actie gevoerd tegen de aanleg van dit bedrijventerrein waarvan niemand nut noch noodzaak aan kon tonen. De minister van Ruimtelijke Ordening ging richtingloos verder met haar plan om een mega-industrieterrein aan te leggen, maar het is mooi om te zien dat de Provincie onder druk van de oppositie van de SP en anderen toch de feiten het zwaarst liet wegen.'
In oktober 2004 bleek uit het rapport Nut en Noodzaak van Moerdijkse Hoek van de TU Delft en onderzoeksbureau STOGO in opdracht van Milieudefensie, dat op bestaande bedrijventerreinen in West-Brabant en omstreken (waaronder Moerdijk) de komende vijftien jaar nog voldoende ruimte is voor bedrijven om zich te vestigen en te groeien.
Het huidige industrieterrein Moerdijk is al het 'schrobputje' van Nederland, met een aandeel van meer dan 25% in de totale vervuiling van de provincie en elk jaar een met 5% toenemende uitstoot aan kankerverwekkende stoffen. De bevolking van West-Brabant is faliekant tegen de aanleg van nog zo'n terrein, waarvan nut en noodzaak ook niet zijn aan te tonen.
Het huidige industrieterrein in Moerdijk kent het meest extensieve ruimtegebruik van Nederland. Al jaren strijdt de gemeente Moerdijk tegen het Rijk om te voorkomen dat er naast de reeds bestaande chemie, zware industrie en 2600 hectare bovenregionaal bedrijventerrein nog meer bedrijventerrein en glastuinbouw komen. De bewoners van Moerdijk leveren immers al een meer dan evenredige bijdrage aan de nationale economie. De gemeente bepleit zogenaamde inbreiding; beter gebruik maken van de bestaande ruimte en braakliggende grond.