Toch jacht op ganzen in Noord-Holland
• 07-09-2007
• leestijd 1 minuten
De Raad van State is van oordeel dat de provincie Noord-Holland voldoende heeft aangetoond dat het afschieten van grauwe ganzen, kolganzen en smienten de enige methode is om ze van de Noord-Hollandse weide- en akkergebieden te verjagen.
De uitspraak van gisteren betekent opnieuw een gevoelige slag voor de natuurbeschermingsorganisaties die tegen het afschieten zijn. Het is immers niet de eerste keer dat de Raad van State het oordeel van een lagere rechter over het afschieten van vogels in Noord-Holland inhoudelijk ter zijde schuift.
De Haarlemse rechter stelde eerder Stichting De Faunabescherming in het gelijk. De rechter oordeelde toen dat de provincie niet voldoende onderzoek deed naar alternatieve minder dodelijke methoden om de ganzen en smienten te verjagen.
Vooral opmerkelijk is dat de Raad van State de afgelopen jaren vaker in hoger beroep aan de zijde van de 'jagers' staat. Terwijl de Haarlemse rechtbank juist steun geeft aan de 'natuurbeschermers.'
Ook in deze uitspraak is de Raad van State van oordeel dat alternatieve methoden, zoals het plaatsen van geluidskanonnen, geen aanvaardbaar alternatief voor afschot is. Volgens Faunabescherming moet de Noord-Hollandse Faunabeheereenheid op grond van de Flora- en Faunawet eerst alle andere niet-dodelijke verjaagmethoden gebruiken om ganzen en smienten te verjagen.