Heb je al lantaarntje en blauwe juffertjes gezien? Het zijn libellensoorten die we nu het echt zomer gaat worden bij onze tuinvijvers of poeltjes kunnen waarnemen. Je hebt libellen en juffertjes. De laatste zijn kleiner en hebben hun vleugels gedwee over hun achterlijf gevouwen. De echte libellen mogen er zijn. Ze zijn groter en hebben hun vleugels fier opzij uitgespreid.
Nu is het echt juffertjes-tijd. Je ziet ze met tientallen bij elkaar zitten. Een paar soorten die je kunt tegenkomen: Het algemene lantaarntje met een blauw borststuk en een donker achterlijf met op het eind een oplichtend blauw lantaarntje. De watersnuffel, azuurwaterjuffer en variabele waterjuffer hebben over hun achterlijf ook blauwe vlekken, en ze lijken wel wat op elkaar.
Wil je ze uit elkaar houden dan volgen hier een paar tips:
De watersnuffel (foto 3)heeft een brede lichtblauwe schouderstreep. Dat blauw is breder dan de zwarte streep die eronder ligt. Ook is watersnuffel te herkennen aan het bolletje op het segment vlak achter zijn borststuk. Hij heeft vrij veel blauw op het achterlijf en die stukken zijn ongeveer even groot.
De azuurwaterjuffer (foto 1) lijkt wel op watersnuffel, maar de schouderstreep is duidelijk smaller dan het zwart dat eronder loopt. Op het tweede segment heeft deze soort een U-teken. Op het achterlijf zijn vrij grote blauwe stukken aanwezig, die min of meer even groot zijn
Het algemene lantaarntje (foto 2) met een blauw borststuk en een donker achterlijf met op het eind een oplichtend blauw lantaarntje
De variabele waterjuffer heeft minder blauw op het achterlijf en de blauwe stukken zijn niet even groot. De kleur blauw is ook donkerder dan bij de azuurwaterjuffer. Het makkelijkste kenmerk is de schouderstreep. Voor de echte specialisten: de meeste variabele waterjuffers hebben een uitroepteken op de schouder. De streep is onderbroken en er is dus een lang deel en een puntje.
Met een beetje geluk kun je deze juffertjes overal in Nederland bij je tuinvijver te zien krijgen. Als je ze ziet en herkent geef je waarneming dan door via
Waarneming.nl
of
Telmee
. Hoeft niet perse bij je eigen tuinvijver te zijn. Ook als je een van deze soorten ‘in de wild’ aantreft kun je ze met opgave van locatie doorgeven.
Tekst en foto's: Kars Veling, De Vlinderstichting?