De mooiste schuttingen zijn natuurlijke schuttingen: struiken met bessen en bloemen waar vogels vlinders en insecten iets aan hebben. Een vlechtheg van wilgendtenen komt met stip op de tweede plaats. Het is ook een natuurlijke omheining waar tuingespuis zich prettig in voelt. Wilgenhout is heel geschikt om een afscheiding mee te vlechten en het is een tuinklus waar de winter zich uitstekend voor leent: het is dé tijd van het jaar dat de wilgen worden geknot.
Mooi knutselmateriaal
Met een beetje geluk gebeurt het vlak bij jou in de buurt. Op die manier boek je drie keer winst: mooi knutselmateriaal, wilgenknotters zijn het hout graag kwijt en door het dichtbij te halen is het milieueffect laag. Kijk goed welk materiaal voor je toepassing geschikt is: dunne twijgen voor vlechtwerk, 1-2 jarig hout voor steviger vlechtwerk, dikker hout is goed bruikbaar als staander. De staanders moeten minstens een halve meter diep de grond in en 40 tot 50 cm. uit elkaar staan. Druk het vlechtwerk goed aan zodat er een stevig geheel ontstaat. Je kunt er ook kleine afscheidingen mee maken voor je moestuin of bloemperken.
Levende haag
Wat je nodig hebt is een schep, eventueel een grondboor en een snoeischaar om zijtakjes en te dikke of dunne stukken af te knippen. De snoeischaar heb je ook nodig als de wilgentakken die je als staanders hebt gebruikt in het voorjaar uitlopen. Er verschijnt eerst een groene waas en dan komen de blaadjes tevoorschijn. Je hebt echt een levende haag geplant. De uitlopers kun je afknippen en weer tussen de haag vlechten of in de grond stoppen. Het wordt vanzelf een echte wilg.
In plaatselijke krantjes staan vaak wilgenknotakties aangekondigd. Ook kun je informeren bij een plaatselijke IVN afdeling of knotwerkgroep.