De hommel is de knuffel onder de insecten. Deze vliegende teddyberen heb je met een beetje geluk al zien vliegen toen de eerste lente zich aankondigde. Ze maken gebruik van het warme voorjaar om de eerste voorraad nectar en stuifmeel te verzamelen.
Honingpot
Van de nectar en het stuifmeel leggen ze een voorraad aan in een zogenaamde wasbeker of honingpot. Deze voorraad komt goed van pas bij een kwakkelend voorjaar. Als het weer te guur is om uit te vliegen, eten ze uit deze voorraadpot en overleven zo de kou. Het is voor de hommels dus van groot belang dat we vroege voorjaarsbloeiers in de tuin hebben.
Koningin
Bij de hommels overwinteren alleen de bevruchte vrouwtjes, de koninginnen. Ze kruipen in augustus weg op een beschut plekje om te overwinteren en komen in maart weer tevoorschijn. Als de lente echt aanbreekt gaan ze op zoek naar een nestplaats: holletjes in de grond, het verlaten nest van een veldmuis, een oud vogelnest, een rieten dak of een baal hooi. Als de geschikte plek gevonden is dan slepen ze er allerlei nestmateriaal heen, zoals mos en bladeren. Hiervan wordt een bolvormig nest gebouwd.
Verzamelen
Hommels kunnen uren achter elkaar stuifmeel verzamelen. Met hun voorpoten mengen ze stuifmeel en nectar tot bolletjes. Die plakken ze aan hun achterpoten en vervoeren ze zo naar het nest. Ze kunnen meer dan de helft van hun eigen lichaamsgewicht aan nectar en honing transporteren.
Tip:
Plant voorjaarsbloemen als krokus, winterakoniet, gele kornoelje, sneeuwklokje, mahonie en buxus, het zijn allemaal goede drachtplanten. Ben je te laat geweest met het planten van de bollen dan kun je ze alsnog kant en klaar in de pot aanschaffen en in de tuin zetten. Eind maart begin april volgen de wilgen die heel aantrekkelijk zijn voor bijen, hommels en bijvoorbeeld de citroenvlinder. De mannetjeswilgen zorgen voor hoogwaardig stuifmeel en de vrouwelijke bomen leveren veel nectar. Er zijn verschillende kleine soorten geschikt voor de tuin zoals de “Kilmarnock”. Als je wilgen snoeit, snoei dan niet alle takken in hetzelfde jaar. Zo blijft er wat staan voor deze vroege eters.
Hommels leggen niet zo'n grote honingvoorraad aan zoals hun familielid de honingbij. Ze moeten dus het hele voorjaar en de hele zomer (van maart tot in september) bloeiende planten vinden.