Vanmorgen vroeg liep ik genietend door mijn tuinreservaat. Het natte gras, de spinnen in hun web, de bladeren langzaam verkleurend naar brons en volop rijpe zaden, bessen en noten: het is herfst. De mezen hangen aan de zonnebloemen, een enkele zonnepit zit er nog in, de groenling smult van de rozenbottels, aan zijn snavel kleven de zaadjes. Een gaai vliegt weg met eikels en de kraai heeft een grote walnoot gescoord.
De vogels geven aan dat het tijd is om te oogsten. Vooral de smulhaag is heel erg in trek. Het is een haag met rode, zwarte en witte bessenstruiken en waar nu de bramen en frambozen rijp zijn. Ze zijn heerlijk zoet. Ik snap heel goed dat merels en lijsterachtigen hier op afkomen. Zelf neem nog een hand vol mee naar binnen, de rest is voor de vogels. Een tuinreservaat is smullen voor mensen en vogels.
Wil je ook een smulhaag in je tuin(reservaat) plant dan dit najaar op een zonnig plekje een paar rode, zwarte en witte bessenstruiken, aangevuld met kruisbessen, jostabes (kruising tussen kruis- en zwarte bes), frambozen (vroeg- en laatbloeiende), braam of een loganbes (kruising tussen braam en framboos) en als je ruimte hebt een druif. Volgend jaar herfst is het tijd om te oogsten: zelf een volle fruitmand en de vogels staan in de rij om de rest op te eten.