Nu onkruid wieden bespaart veel werk in het voorjaar. Het is verstandig er nu nog even wat extra tijd in te steken, zeker zo lang het niet vriest. Want er zijn een aantal planten die gewoon blijven doorgroeien. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de kleine veldkers (
Cardamine hirsuta
). Het is een fraai plantje maar kan zich behoorlijk uitzaaien. Door het nu nog weg te halen hoef je in het voorjaar niet zo veel te doen.
Boomschors
Een andere manier om te voorkomen dat je tuin overwoekerd raakt met onkruid is te zorgen dat de plantjes zich er niet kunnen vestigen. Op kale of nieuwe tuingrond kan het ontkiemen van zaad tegen gegaan worden als de bodem afgedekt wordt met b.v.
boomschors. Gewoon een flinke laag tussen de struiken en vaste planten werken.
Bodembedekkers
Om te voorkomen dat onkruid in de tuin kan ontkiemen kun je de tuin ook vol planten met bodembedekkers: plantjes die laag bij de grond en dicht op elkaar groeien met b.v. gele- en gevlekte dovenetel, kruipend zenegroen, klokjesbloem, ooievaarsbek, maarts viooltje, maagdenpalm of wilde aardbei.
Wieden
Krijgt je ondanks deze maatregelen toch last van wat onkruid, loop dan regelmatig door je tuin en trek alle zichtbare onkruid er uit. Kiemende plantjes kun je met de hand verwijderen. Meerjarige onkruiden met penwortels of wortelstokken kun je het best met een schepje met wortel en al uit de bodem halen, anders komen ze weer terug. Een wekelijkse rondgang door je tuin voorkomt dat wieden een klus wordt.