Tip: menu per vogelsoort
• 26-12-2012
• leestijd 1 minuten
Aan de vorm van de snavel kun je al zien wat er op het vogelmenu staat. Een merel trekt bijvoorbeeld met zijn lange spitse snavel regenwormen uit de grond. Een boomklever heeft een dunne snavel om insecten uit de bast van een boom te kunnen peuteren. En een vink heeft een sterke kegelvormige snavel om zaden en pitten te kraken. Hier een overzicht van de favoriete menu’s van verschillende tuinvogels.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
?
Voedsel: broodkruimels, gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, etensresten (rijst en aardappelen) zonder zout.?
Voerplaats: een sneeuwvrije plaats op de grond met beschutting vlakbij.
Mezen?
Voedsel: vetbollen, ongezouten (dop)pinda's, kokosnoot, vogelzaad en zonnepitten.?
Voerplaats: voedertafel of voederhuisje of opgehangen in een boom.
Winterkoning, heggenmus en roodborst
?Voedsel: universeelvoer, meelwormen, broodkruimels, meelwormen, ongekookte havermout.
?Voerplaats: een zeer beschutte sneeuwvrije plaats.
Mussen, vink en groenling?
Voedsel: bruin broodkruimels, onkruid-zaden, gemengd strooizaad, zonnepitten en etensresten zonder zout.?
Voerplaats: Op de grond, eventueel voedertafel.
Specht, boomklever, gaai en boomkruiper?
Voedsel: spekzwoerd, ongezouten (dop)pinda's, vetbollen, zonnepitten.
?Voerplaats: vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plaats.