Als je bij het ophangen van nestkasten voor kleine holenbroeders, zoals kool- en pimpelmees, rekening houdt met onderstaande tips, heb je de meeste kans op gelukkige bewoners:
De kast kan het best op een hoogte vanaf twee meter worden geplaatst. Kies een rustige plaats.
Hij mag niet in de zon hangen en bij voorkeur niet in de wind. Richt de opening daarom naar het noordoosten.
Plaats de kast zo dat er geen katten bij kunnen. Monteer eventueel afstaand gaas of een kattengordel om de boomstam.
De aanvliegroute naar de kast moet vrij zijn: er mogen geen takken of bladeren voor de vliegopening zitten.
Hang de kasten niet te dicht bij elkaar. Kasten voor verschillende soorten, bijvoorbeeld pimpelmees en koolmees, moeten minimaal drie meter uit elkaar hangen. Kasten voor dezelfde soort moeten minimaal tien meter uit elkaar hangen. Veel vogels hebben in de broedtijd een territorium. Nestgelegenheden dicht bij elkaar leiden tot onderlinge ruzie en dat kost onnodig veel energie.
Kunstnesten voor gierzwaluw of huiszwaluw of huismus kun je wel naast elkaar plaatsen. Deze vogels zijn typische koloniebroeders.
Hang de kast liefst vóór 1 maart op, bij voorkeur al in de herfst. Dan kan hij in de winter als slaapplaats dienen.
Oude kastjes kunnen gereinigd worden door het oude nestmateriaal te verwijderen en er vervolgens een keteltje kokend water in te gooien. Dit doodt eventuele vlooien, teken en luizen.
Waar koop ik nestkasten?
De winkel van
Vogelbescherming Nederland
heeft een uitgebreid assortiment nestkasten. Zowel voor de algemene soorten als koolmees, pimpelmees en huismus, maar ook voor een torenvalk, bosuil en steenuil. Bij het Servicecentrum kun je ook terecht voor deskundig advies.
Veel plezier met de voorbereidingen, en als het bewoond wordt kun je van heel dichtbij de lente beleven!