Tien dieren waarvan je niet wist dat ze kunnen zwemmen

Van een havik die met een vlotte vlinderslag naar de overkant zwemt tot een mol die met een topsnelheid door het water beweegt en een zwemmende haas. Er zijn veel meer dieren die zich vlot door het water kunnen bewegen dan je misschien verwacht. In deze fotoserie zetten we er tien op een rijtje.

Om een sloot over te steken, doen hazen dit meestal springend, maar ze kiezen er ook weleens voor om dit zwemmend te doen. Dat doen ze bijvoorbeeld om te ontkomen aan een roofdier of ander gevaar. Eens ze aan de overkant zijn, moeten ze even de pels uitschudden en weer verder rennen.

Egels kunnen zich prima redden in het water. En niet alleen wanneer ze er per ongeluk in vallen. Ze worden namelijk ook af en toe gezien wanneer ze zelf het water in gaan. Wel hebben ze vaak moeite om er weer uit te komen wanneer de waterkant steil is. Zie je een egel zwemmen, kijk dan zeker even of er een vlak opstapje is. Zo voorkom je dat die uitgeput raakt en verdrinkt.

Bij slangen denk je misschien eerder aan een kronkelend dier tussen de begroeiing, maar ringslangen leven juist in en rond het water! Daar jagen ze voornamelijk op kikkers, padden en salamanders. Meestal zwemmen ze met de kop boven water, maar het diertje kan ook prima duiken en tot wel twintig minuten onder water blijven. Bekijk ook dit filmpje van een zwemmende ringslang.

Veenmollen, die tot de groep van de krekels behoren, danken hun naam aan de eigenschappen die ze delen met de mol: erg goed kunnen graven. Hoewel we ze niet vaak boven de grond zien, staan ze er om bekend erg goed te kunnen zwemmen om een ander gebied te bereiken.

Ook mollen weten zich prima te redden in het water. Zoals in dit filmpje te zien is, zijn ze zelfs best snelle zwemmers! De dieren hebben namelijk erg grote voorpoten om te graven, maar die komen ook goed van pas als zwempeddels. Met de achterpoten kunnen ze nog een beetje extra snelheid maken.

Reeën kunnen hard rennen, wel tot 60 km per uur op een korte afstand! Maar ook een slootje of riviertje oversteken doen deze goede zwemmers met gemak! Met de kop boven water en al trappelend met hun lange poten komen de dieren snel vooruit.

Haviken hebben het tijdens de jacht vaak gemunt op watervogels. Eens ze er eentje te pakken hebben, houden ze die minutenlang onder water tot de prooi verdrinkt. Omdat het te zwaar is om met de prooi op te vliegen, slepen ze die vaak met een soort vlinderslag mee naar de waterkant. Hoe dat er precies uitziet, kun je zien in deze Zelf Geschoten compilatie (vanaf 01:02)

Eekhoorns zijn echte boombewoners. De acrobaten springen, klimmen en rennen van tak naar tak. Hun grote pluimstaart helpt daarbij en dient als een soort evenwichtsorgaan. Belangrijk dus om die tijdens het zwemmen in de lucht te steken en zo droog mogelijk te houden.

Ook vossen hebben een grote pluimstaart. Deze uitstekende zwemmers houden die, net zoals de eekhoorn, zoveel mogelijk boven water wanneer ze het water doorkruisen. De dieren zwemmen op dezelfde manier als honden.

Hoewel dassen zelf niet heel vaak het water opzoeken en een natte pels liever lijken te vermijden, kunnen deze dieren wel prima zwemmen! En nog best snel ook, blijkt uit deze beelden van een wildcamera. Dat doen ze bijvoorbeeld om bij een voedselbron te komen.

Zelf ook een mooie natuurfoto gemaakt? Plaats op het op de Vroege Vogels fotopagina!