Om eieren uit te broeden gebruikt de thermometervogel niet zijn eigen lichaamswarmte, maar de warmte van rottende planten. Die ontstaat in een zelfgemaakte composthoop afgedekt met zand. Een flinke klus en echt mannenwerk. Vooral ook omdat het mannetje de temperatuur regelmatig moet controleren en reguleren. Maar de investering betaalt zich terug. Eén mannetje kan zo'n dertig eieren uitbroeden. De vrouwtjes kunnen al hun energie besteden aan het produceren van eieren.