Uit tellingen van de afgelopen jaren blijkt dat de egelpopulatie sinds 1994 met 67% is afgenomen. Sommige jaren neemt de egelpopulatie iets toe, maar over het geheel is een afname te zien. Verstedelijking, het verdwijnen van natuurlijk leefgebied en de druk van roofdieren in natuurgebieden spelen daar een rol in en ook droge zomers kunnen in sommige jaren hebben gezorgd voor een minder succesvolle voortplanting. Om te kunnen zien hoe het nu met de egelpopulatie gaat, is het van belang om alle egelwaarnemingen door te geven. Met de groei van steden en dorpen worden tuinen voor egels steeds belangrijker. Waar komen ze voor en waar worden ze juist niet gemeld?
Tijdens het Egelweekend gaat het om alle egels die dit jaar zijn gezien. Dat mag dus ook van eerder dit jaar zijn, mits je deze waarnemingen niet al eerder hebt doorgegeven. Zowel egels in als buiten de tuin tellen mee. Het kan daarbij gaan om ontmoetingen met levende egels of egelsporen (poep), maar ook dode egels kunnen worden gemeld. Verkeersslachtoffers spelen een belangrijke rol in egelonderzoek. Niet alleen kan de aanwezigheid van de soort worden vastgesteld, ook kunnen de knelpunten voor egels in kaart worden gebracht. Ook wanneer je geen egel in de tuin hebt is dit waardevolle informatie om door te geven, geef dan het aantal nul door.
De egel(s) in jouw tuin kan je doorgeven via de
Jaarrond Tuintelling. Meer informatie over egels vind je op de website van de
Egelwerkgroep. Egels op andere locaties kunnen worden doorgegeven via
telmee.nl en
waarneming.nl. Geen account? Dan kun je je waarneming ook doorgeven via dit
meldpunt.
Bron: Bodemdierendagen en Zoogdierenvereniging