De subsidieregeling voor het opwekken van groene stroom is uitgebreid. Voortaan vallen ook stroom uit waterkracht en grootschalig gebruik van zonne-energie er onder, schrijft minister Maria van der Hoeven (Economische Zaken) aan de Tweede Kamer.
De subsidie moet dit jaar goed zijn voor zo'n 1000 megawatt aan projecten, tegenover vorig jaar 655 megawatt.
Windmolens op land, zonnepanelen op daken, windmolens op zee en het opwekken van stroom met biomassa kwamen al in aanmerking voor subsidie. De regeling voor biomassa wordt ruimer, doordat er meer stoffen gebruikt mogen worden. Bovendien komen voortaan ook grotere zonnepanelen op daken van huizen in aanmerking voor subsidie.
Van der Hoeven heeft ook de subsidiebedragen aangepast aan de kosten en aan de ontwikkeling van de energieprijs. Dat betekent voor bijvoorbeeld windmolens op land dat het bedrag omhooggaat van 8,8 eurocent per opgewekt kilowattuur naar 9,4 eurocent.
Land- en tuinbouworganisatie LTO is in grote lijnen tevreden over de aanpassingen. Henk Brink van de LTO-werkgroep duurzame energie verwacht dat enkele tientallen agrarische ondernemers weer gaan investeren in zogeheten co-vergistingsinstallaties als er voldoende geld beschikbaar is. Ook ziet hij de nieuwe tarieven als erkenning van de grotere rol die de agararische sector kan spelen bij de productie van duurzame energie.
Milieudefensie daarentegen vindt het een gemiste kans dat het kabinet ,,de economische crisis niet heeft aangegrepen'' voor een koerswijziging. Duitsland doet dat beter, aldus Willem Verhaak, campagneleider klimaat Milieudefensie. ,,Door een kleine heffing op 'grijze' stroom schoten de productie van duurzame energie en de werkgelegenheid in die sector in Duitsland de afgelopen jaren omhoog. Nederland blijft steken op 3 procent duurzame energie, terwijl Duitsland inmiddels op 15 procent zit en een bloeiende sector heeft met werkgelegenheid voor honderduizenden mensen.''