Behoud natuurlijke kust vergroot veiligheid in ZO-Azië
• 12-01-2005
• leestijd 3 minuten
Nu de hulp aan de slachtoffers van de zeebeving goed op gang is gekomen, wordt ook al heel voorzichtig gedacht aan de wederopbouw van de getroffen gebieden. Daarbij wordt de vraag gesteld of het wel zo verstandig is om dicht bij de kust te bouwen. Als het aan het Wereld Natuur Fonds ligt moeten natuurlijke buffers zo veel mogelijk in stand blijven. Dit is van groot belang voor de veiligheid en economische toekomst van de bevolking.
Ongerepte kusten met mangrovebossen, koraalriffen en waterrijke gebieden zijn van groot belang om de schade bij natuurrampen zoals orkanen, tyfonen en vloedgolven te beperken. Ze vormen een natuurlijke barrière die de kust beschermt. Helaas kunnen natuurgebieden niet al het geweld van een grote vloedgolf opvangen, maar een dempende werking hebben ze wel, zo blijkt uit eerdere rampen en uit eerste berichten uit de projecten van het Wereld Natuur Fonds in ZO-Azië. Koraalriffen en mangrovebossen hebben naar alle waarschijnlijkheid op diverse plaatsen als schokbrekers gefungeerd. Op de Andaman-eilanden kwam de zeebeving niet in de vorm van een vloedgolf, maar als stijgend water met sterke stroming, aldus een melding. Ook lijken de koraalriffen in Sri Lanka, delen van India en Thailand zwaarder getroffen dan die van de Andaman- en Nicobar-eilanden en de Malediven. In de eerste groep waren de riffen al aangetast door destructieve visserij of verbleekt door het broeikaseffect, in de tweede groep niet of nauwelijks. Dat bevestigt de gangbare theorie dat ongerept koraal een betere kustbeveiliging biedt.
Koraal groeit tot 60 meter diep, en het valt te verwachten dat ondiepe gebieden zwaarder getroffen zijn dan dieperliggende riffen. De toplaag van riffen kan er afgebroken zijn, opgewoeld zand en afval het koraal verstikken. De koraaldiertjes die samen het rif vormen hebben licht en zuurstof nodig om te groeien. Verstikking is niet permanent, maar het kan wel jaren tot decennia duren voor het koraal weer schoon is. Zand bedekt ook het visvoedsel dat op het koraal groeit (sommige vissen ‘grazen’ op het rif) en veroorzaakt met haar schurende werking erosie. Voor herstel zal het belangrijk zijn de overgebleven riffen goed te beschermen, want ze zijn een bron van nieuw leven voor hun omgeving. Koraallarven kunnen zich via zeestromingen verplaatsen en op dood koraal een nieuw leven beginnen.
Het Wereld Natuur Fonds verwacht dat een deel van de natuurgebieden die een functie hebben als kraamkamer voor vis (koraalriffen, mangrovebossen en zeegrasvelden) zal zijn vernietigd. Verantwoord visserijbeheer is essentieel om te vermijden dat de visvoorraden, van levensbelang voor de vele getroffen vissersgemeenschappen, gaan kelderen. Met het leveren van boten en netten alleen zijn we er nog niet, hoe belangrijk ook als noodhulp. Duurzaam beheer van de vis is van even grote relevantie.
De ramp leert ons ook dat toeristische faciliteiten het beste op een duurzame manier kunnen worden ingericht. Niet alleen om toekomstige slachtoffers te voorkomen, maar ook om de toeristische waarde van schildpaddenstranden en koraalriffen te behouden. Dit betekent onder andere dat er niet te dicht langs de kust moet worden gebouwd, dat mangrovebossen in tact bljiven, en dat voorkomen moet worden dat het kustwater wordt vervuild.
Het is essentieel dat bij al die bouwactiviteiten rekening wordt gehouden met het in stand houden van het natuurlijk evenwicht langs de kust. Het Wereld Natuur Fonds zal zijn kennis op het gebied van duurzame kustontwikkeling delen met alle betrokken regeringen. Indonesië heeft al aangegeven te willen werken aan een veiliger kustbeheer met meer behoud van groene gordels. Het Wereld Natuur Fonds juicht dat toe. Dit initiatief verdient alle steun, ook van de Nederlandse regering.