De Oosterschelde is een kraamkamer voor de Noordzee en de Atlantische oceaan. In het voorjaar trekken dieren als bijvoorbeeld de snotolf, de slakdolf, de pijlinktvis en de sepia naar de Oosterschelde met als enige doel daar te paren en eieren af te zetten. Dat verloopt normaal zonder problemen, maar toch gaat dit niet altijd goed. Zoals bij de sepia. Eind april, als het water 12 graden is komen de eerste sepia's de Oosterschelde binnen en kort daarvoor hebben de vissers ook hun kreeftenfuiken geplaatst. Deze fuiken vinden de sepia's geschikt om de eieren op af te zetten en als er ééntje naar binnen gaat volgen vele anderen. In de Oosterschelde belanden sepia's (zeekat, een inktvissoort) massaal in kreeftenfuiken terwijl ze eieren komen afzetten.
Joop en Felice Stalenburg van het Sepiaproject plaatsten takken op de zeebodem om ze bij de fuiken weg te houden. En deze methode werkt. Felice: „Het kost veel tijd, veel moeite, heel veel passie, maar het kost geen geld.’’ Het werk begint eigenlijk al bij de Delftse plantsoenendienst die elk jaar de platanen snoeit in de straat waar de Stalenburgs wonen, als zij tenminste niet in hun camper in Zierikzee vertoeven. De afvaltakken gebruikt Felice voor haar sepiaproject, ieder jaar zo’n tweeduizend.
Als dat gebeurd is, aan het begin van de paaitijd in april, begint de nazorg: uitgerukte stokken terugzetten, vuil weghalen, onderhoud. Naast alle inspanning vindt ze het ook gewoon ‘hartstikke gaaf’ om de inktvissen te observeren. „Het is een soap onder water. De mannetjes kunnen enorm vechten. Er is passie, achterdocht en bedrog.’’ Maar hoe lang duurt die soap nog? Het echtpaar is somber. Felice: „Vier jaar terug telde ik nog honderd sepia’s in één duik, drie jaar terug 53 en vorig jaar nog geen dertig.’’ Daarom blijft ze haar stokken zetten, voor het behoud van de kleurrijke onderwaterwereld, ‘tot het bittere eind’.
Het Sepia-project in de Oosterschelde heeft de AD-lezersprijs 2007 gewonnen, die behoort bij de Paul Fentener van Vlissingen AD Natuurprijs.
Bron: Sepiaproject
De reportage kwam tot stand met hulp van Divequipment, groothandel in duikmaterialen.