Het strand van het Zeeuwse badplaatsje Cadzand heeft niet alleen de meeste zonuren van Nederland, het is ook de beste plek om haaientanden te vinden. Waar komen al die tanden vandaan en waarom vinden we ze vooral op dat ene strand?
Aangespoeld
Vlak voor de kust van Cadzand gebeurt iets bijzonders onder water. Een gesteentelaag, die in de rest van Nederland veel dieper verborgen ligt, komt daar aan de oppervlakte vrij. De laag is meer dan 33 miljoen jaar oud en zit vol met fossiele haaientanden. Door de zeestroming worden de tanden losgetrokken en sommige spoelen aan op het strand.
Zandbank
In de jaren ’80 is het strand bovendien opgehoogd met zand uit een zandbank in de Noordzee: de Sluisse Hompels. In deze zandbank, die nu helemaal weg is, zaten ook veel fossiele haaientanden, vooral uit jongere perioden. Dubbel prijs dus in Cadzand.
Tienduizenden tanden
Waarom vinden we zoveel haaientanden en geen andere haaienbotten? Allereerst omdat haaientanden erg goed fossiliseren. Ze zijn namelijk veel harder dan het zachte kraakbeen waar de rest van het haaiengeraamte van is gemaakt. Bovendien wisselt een haai zijn tanden heel vaak in één leven. Er gaan met gemak
tienduizenden tanden
doorheen in een leven.